Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
wonende te [woonplaats] ,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- het proces verbaal van voorlopig getuigenverhoor van 27 maart 2018,
- de akte overlegging producties van [de gebruiker] ,
- het proces verbaal van tegengetuigenverhoor van 3 juli 2018,
- de memorie van grieven,
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van het hoger beroep
Samenvatting en conclusie
- de verklaring van de accountant van de gebruiker van 25 september 2017 houdt in dat de gebruiker jaarlijks in november € 2.500 contant bij de bank opnam. Op het bankafschrift schreef de gebruiker dan dat het een betaling aan de oud-directeur van Mega was. In de jaarstukken zijn de betalingen onder de titel huur en pacht ondergebracht. De accountant verklaarde ook nog dat de meeste zaken in het bedrijf via de bank gingen en bijna niets contant;
- de pachtbetalingen aan de voormalige eigenaar en aan andere verpachters gaan volgens de bankafschriften steeds via de bank. In de overgelegde bankafschriften staan geen pinopnames;
- De gebruiker heeft de bankafschriften over de jaren 2005 tot en met 2015 overgelegd waarop staat dat er een contant bedrag bij de geldautomaat is opgenomen. De opnames zijn in oktober, november of december van elk jaar. De bedragen zijn achtereenvolgens € 2.400, € 2.000, € 2.000, € 2.400 + € 100, € 1.000, € 2.000, € 2.000, € 5.000, € 2.500 en € 1.750 +
€ 750. Bij die opnames is op de bankafschriften steeds in pen geschreven (land)huur en de naam van de oud-directeur van Mega, of huur land, huur/pacht [plaats] of een combinatie van die woorden. Aan het eind van de periode komt ook de naam [naam van overbuurman] voor. De gebruiker heeft verklaard dat dit de naam is van de overbuurman van de percelen. De percelen worden ook wel het land [naam van overbuurman] genoemd.
5.De beslissing
4 april 2017, met uitzondering van de proceskostenveroordeling, en doet opnieuw recht: