Uitspraak
APB,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2] ,
geïntimeerden,
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 13 maart 2017;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord (met producties);
- het tussenarrest van 24 oktober 2017, waarbij een comparitie is gelast;
- een akte producties van de zijde van APB;
-de comparitie van partijen van 6 maart 2018, waarvan proces-verbaal.
3.De feiten
“Telefonisch gaf jij mij zojuist de weergave van het minnelijk overleg met de heer [geïntimeerde2] inzake de openstaande vorderingen van circa € 23.000,- aan. Het gaat erom dat de heer [geïntimeerde2] ter zekerheid van de nakoming van de betalingsverplichtingen voor de door jou verrichtte werkzaamheden bij het project te Haarlem roerende zaken verkoopt ter waarde van circa € 30.000,- waarbij als tegenprestatie jouw vordering ten bedrage van € 23.000,- wordt verrekend en een bedrag van € 7.000,- wordt (bij) betaald. Voorts heeft de heer [geïntimeerde2] het recht de roerende zaken tegen betaling van een bedrag van € 30.000,- binnen in eerste instantie een half jaar (terug) te kopen.”
“In vervolg op ons telefonisch overleg van vanochtend doe ik u bijgaand de uitgangspunten voor de overeenkomst toekomen en de inhoudelijke opmerkingen van cliënt.”
“In verslagperiode 3 heeft nader onderzoek voldoende gronden opgeleverd om KTP en de bestuurders van gefailleerde aansprakelijk te houden voor het tekort in het faillissement. Dat de kennelijk onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur een belangrijke oorzaak van het faillissement is, staat buiten kijf. Doordat alle activa en bedrijfsactiviteiten werden vervreemd aan KTP voor het faillissement, terwijl dit niet heeft geleid tot een toename van de liquide middelen van Megaproject, was de situatie voor Megaproject in feite uitzichtloos geworden. Daar komt nog eens bij dat Megaproject een aantal - voor haar bijzonder nadelige - overeenkomsten heeft gesloten met KTP, zoals bijvoorbeeld het op structurele basis uitlenen van personeel en het verrekenen van de vergoeding hiervoor, terwijl duidelijk was dat Megaproject met ernstige liquiditeitskrapte te kampen had. Gelet op de concrete omstandigheden van het geval houdt ondergetekende de (middellijk en feitelijk) bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort in faillissement op grond van het bepaalde in art. 2:248 jo. 2:11 BW. In gesprekken hebben bestuurders aangegeven goede bedoelingen te hebben gehad met het overbrengen van de activa naar een ander bedrijf, dat zij ook veel schuldeisers van Megaproject betaald hebben, maar daar staat tegenover dat dat uitsluitend crediteuren waren die een dwangpositie hadden ten opzichte van KTP. De bestuurders beseffen thans ook dat het destijds anders had gemoeten. De curator is in overleg met de bestuurders hoe in deze zaak het beste gehandeld kan worden.”
4.De vordering en de beslissing in eerste aanleg
De beoordeling van de vordering en de grieven
“KTP Brandpreventie”. Op een zijdens KTP gedaan verzoek zijn daaraan later uitsluitend de letters B.V. toegevoegd. De facturen zijn met andere woorden steeds gericht geweest aan een naam die gelijkluidend was aan die van de besloten vennootschap waarvan [geïntimeerden] c.s. (middellijk) bestuurder waren en niet aan [geïntimeerden] c.s. persoonlijk.