Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
woonplaats kiezende ten kantore van zijn advocaat,
appellant,
in eerste aanleg: eiser,
verder te noemen: [appellant] ,
advocaat mr. H.A. Jeuring te Zuidhorn,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
verder te noemen: [geïntimeerde] ,
advocaat mr. J. Hofman-de Jong te Emmen.
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.2. Vaststaande feiten
3.3. Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
a. [geïntimeerde] veroordeelt om in het kader van de beëindiging van de samenleving aan
[appellant] te voldoen een bedrag van € 7.500,- en € 3.000,-, derhalve in totaal € 10.500,-;
b. [geïntimeerde] veroordeelt tot afgifte van de goederen zoals weergegeven in punt 8 van
de dagvaarding;
- dat [appellant] niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering, althans dat de
rechtbank zich relatief onbevoegd verklaart met verwijzing van de hoofdzaak naar de
sector kanton van de rechtbank, met veroordeling van [appellant] in de kosten van het
incident;
- tot niet-ontvankelijk verklaring van [appellant] in zijn vorderingen dan wel afwijzing van
zijn vorderingen, met veroordeling van [appellant] in de kosten in conventie.
4.4. Het geschil in hoger beroep
- [geïntimeerde] te veroordelen aan [appellant] te voldoen een bedrag van € 7.500,-;
- [geïntimeerde] te veroordelen tot afgifte van de goederen zoals zijn weergegeven in punt 8
van de dagvaarding in eerste aanleg, met uitzondering van de grasmaaier;
- althans zodanige beslissingen te nemen als het hof juist acht;
- met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van deze procedure in beide instanties,
waaronder de nakosten ten belope van € 250,-, een en ander te voldoen binnen 14 dagen
na dagtekening van het vonnis, en -voor het geval voldoening van de (na)kosten niet
binnen de gestelde termijn plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente over de
(na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
5.De motivering van de beslissing
6.6. De slotsom
€ 120,- = € 1.591,33 aan [appellant] .