Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
verweerder in het incidenteel hoger beroep,
verzoekster in het incidenteel hoger beroep,
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
- op 3 juli 2019 een brief van mr. Haga van 2 juli 2019 met bijbehorend journaalbericht;
tevens ingediend per fax.
2.De motivering van de beslissing
2.4 De raad is uiteindelijk tot het advies gekomen om het hoofdverblijf van [de minderjarige1] bij de vader te bepalen. Het belang van [de minderjarige1] bij zo min mogelijk wijziging in de momenteel belangrijkste hechtingsfiguur en continuïteit in de opvoedingssituatie heeft daarbij de doorslag gegeven. De raad acht het niet in het belang van [de minderjarige1] dat er onnodig risico wordt genomen dat een verhuizing naar Engeland, en het afstand nemen van haar huidige verzorgende ouder en hechtingsfiguur, verkeerd uitpakt voor [de minderjarige1] met alle gevolgen voor haar verdere ontwikkeling van dien, terwijl het nu goed met haar gaat. Een eventuele verhuizing naar Engeland zal erg veel impact hebben op [de minderjarige1] . Haar hele leven zal veranderen, haar vader op wie zij nu zo gericht is zal zij dan veel minder zien. Dit is een risico voor haar tot nu toe goed verlopende ontwikkeling. [de minderjarige1] is nu drie jaar en zich bewuster van dergelijke veranderingen dan ten tijde van de uitspraak van de rechtbank over haar hoofdverblijfplaats. De raad verwacht van de vader dat hij een intensief contact en regelmatige omgang tussen de moeder en [de minderjarige1] zal waarborgen, zodat zij een stevige band kunnen ontwikkelen.