Uitspraak
Jorni,
Jomo,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven
Vorleistungspflicht. Jorni stelt dat zij opschortte maar de facto hoefde zij sowieso niet te leveren zolang Jomo de derde termijn niet betaalde. Daarmee is de stelling van Jomo dat Jorni zich niet op opschorting heeft beroepen niet van belang. Overigens geeft Jorni in de e-mail van 8 april 2016 duidelijk te kennen dat zij, vrij vertaald, "zonder de openstaande rekening niet verder kan". Dus ook indien wel van opschorting zou worden uitgegaan, is aan de eisen daarvoor voldaan. Nu Jomo betaling van de derde termijn naliet en Jorni uit de onder 3.8 genoemde brief van 8 april 2016 van Jomo heeft kunnen afleiden dat Jomo niet alsnog voor betaling zou zorgdragen, is sprake van een wezenlijke tekortkoming die Jorni op grond van artikel 64 Weens Koopverdrag het recht geeft om de tussen partijen gesloten koopovereenkomst te ontbinden.