Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De beoordeling
5.De slotsom
€ 25,-
€ 318,-
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een kop-staartbotsing die plaatsvond op 7 juni 2015 op de autosnelweg A12. [Appellant], de bestuurder van een personenauto, eist dat de verzekeraar Achmea aansprakelijkheid erkent en een voorschot van € 5.000,- op zijn schade betaalt. Hij stelt dat de andere bestuurder, [bestuurder], in strijd met artikel 19 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV) onvoldoende afstand heeft gehouden en niet tijdig heeft geremd. De verzekeraar betwist dit en stelt dat [appellant] plotseling heeft geremd zonder noodzaak.
In eerste aanleg heeft de kantonrechter geoordeeld dat [appellant] niet heeft bewezen dat [bestuurder] onvoldoende afstand heeft gehouden. [Appellant] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de feiten zoals vastgesteld door de kantonrechter overgenomen en de getuigenverklaringen geanalyseerd. De verklaringen van de getuigen gaven een beeld van een rustige verkeerssituatie zonder bijzondere omstandigheden. Het hof concludeert dat [appellant] heeft bewezen dat [bestuurder] onvoldoende afstand heeft gehouden, waardoor hij zijn auto niet tijdig kon stoppen. De stelling van de verzekeraar dat [appellant] plotseling heeft geremd, is niet aannemelijk gemaakt.
Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en verklaart voor recht dat Achmea aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. Tevens wordt Achmea veroordeeld tot betaling van € 5.000,- als voorschot op schadevergoeding en in de kosten van beide instanties. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 3 september 2019.