Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellante] ,
[appellant]en
[appellante],
[appellanten] c.s.,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2] ,
[geïntimeerde1]en
[geïntimeerde2] ,
[geïntimeerden] c.s.,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak vorderde de eigenaar van een perceel de verwijdering van voorwerpen die door zijn buurman op zijn kadastrale perceel waren geplaatst. De buurman beroept zich op verjaring en stelt een tegeneis in. De rechtbank heeft de buurman in het gelijk gesteld, maar het hof oordeelt dat het knippen van een heg en het inzaaien van gras op zichzelf onvoldoende zijn voor bezitsverkrijging. Het hof concludeert dat de betegeling van een deel van de strook grond wel als bezitsuitoefening kan worden aangemerkt, waardoor de buurman een deel van de grond door verkrijgende verjaring heeft verkregen. In hoger beroep wordt het vonnis van de rechtbank vernietigd en wordt een deel van de vordering van de eigenaar alsnog toegewezen. Het hof oordeelt dat de buurman binnen vier weken na betekening van het arrest de op het perceel van de eigenaar geplaatste goederen moet verwijderen, op straffe van een dwangsom. De proceskosten worden gecompenseerd.