ECLI:NL:GHARL:2019:6878

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 augustus 2019
Publicatiedatum
27 augustus 2019
Zaaknummer
200.248.114/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een overeenkomst wegens tekortkomingen in de nakoming van een kassasysteem

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een overeenkomst tussen Microcash Retail B.V. en Romi Investment B.V. Microcash, leverancier van kassasystemen, had een overeenkomst gesloten met Romi voor de huur en het onderhoud van een kassasysteem. Romi heeft de overeenkomst in juli 2017 buitengerechtelijk ontbonden, omdat zij vond dat Microcash tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Microcash vorderde in eerste aanleg betaling van huurtermijnen en stelde dat Romi niet rechtsgeldig had ontbonden. De kantonrechter oordeelde dat Microcash inderdaad tekort was geschoten en dat Romi de overeenkomst rechtsgeldig had ontbonden.

In hoger beroep heeft Microcash de beslissing van de kantonrechter bestreden. Het hof heeft vastgesteld dat Romi niet voldoende bewijs heeft geleverd dat Microcash in verzuim was op het moment van ontbinding. Het hof concludeert dat de ontbinding door Romi voorbarig was, omdat Microcash de tekortkomingen had verholpen. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van Microcash toe, inclusief de wettelijke rente over de verschuldigde bedragen. Romi wordt veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.248.114/01
(zaaknummer rechtbank Overijssel 6477581 \ CV EXPL 17-7257)
arrest van 27 augustus 2019
in de zaak van
Microcash Retail B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
Microcash,
advocaat: mr. T.R. Westra, kantoorhoudend te Leeuwarden,
tegen
Romi Investment B.V.,
gevestigd te Zwartsluis,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
Romi,
advocaat: mr. A.P.E.M. Pover, kantoorhoudend te Meppel.

1.Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van
3 juli 2018 dat de kantonrechter van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, heeft gewezen.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 2 oktober 2018 met grieven en producties,
- de memorie van antwoord.
2.2
Vervolgens heeft Microcash de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3.De vaststaande feiten

3.1
Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in het vonnis van
3 juli 2018. Voor zover in dit hoger beroep van belang, en aangevuld met hetgeen in dit hoger beroep verder is komen vast te staan, gaat het om het volgende:
3.2
Microcash is een leverancier van winkelautomatisering, in de vorm van kassasoftware en -hardware zoals betaalautomaten, touchscreen kassa’s, printers en geldlades. Romi exploiteert een winkel in dameskleding.
3.3
Op 12 januari 2017 hebben Microcash (als verhuurder en verlener van onderhoud) en Romi (als klant) een overeenkomst ondertekend met betrekking tot de huur en het onderhoud (o.a. helpdeskfunctie) van een kassasysteem. Daarin is bepaald dat de overeenkomst is aangegaan voor 48 maanden, ingaande op 1 februari 2017 en dat deze niet tussentijds kan worden opgezegd. De huurprijs voor het kassasysteem bedraagt € 118,89 per maand exclusief btw. De kosten voor het onderhoud en de helpdeskservice bedragen € 66,73 per maand exclusief btw. Beide bedragen worden jaarlijks per 1 januari verhoogd met het CBS-inflatiecijfer van het voorafgaande jaar.
3.4
Per e-mail van 25 januari 2017 heeft een medewerker van Microcash het volgende aan [A] , enig aandeelhouder en bestuurder van Romi (hierna: [A] ), bericht:
“Beste [A] ,
Naar aanleiding van onze aanstaande installatie stuur ik je hierbij ook een overzicht van alle gemaakte afspraken:
Software
- Wij zullen jullie voorzien van een kassasysteem met een schoon artikelbestand zodat jullie de artikelen in de winkel zelf in kunnen voeren. Er zal ook instructie worden gegeven hoe jullie deze artikelen aanmaken en hoe hier eventueel labels of etiketten van klaar kunnen worden gezet.
Hardware
  • Wij zullen alle hardware van de reeds getekende huurovereenkomst bij jullie leveren en installeren. (…)
  • Er zullen tevens afneembare etiketten worden meegenomen door onze buitendienstmedewerker. Deze kunnen jullie eventueel vanuit onze software bedrukken met barcodes en artikelgegevens en op de kaartjes van de kleding bevestigen (…)
  • Wij hebben een werkende internetaansluiting nodig om alle facetten van het pakket met jullie door te nemen. Omdat ik van je begrijp dat jullie internet op dezelfde dag als onze installatie wordt geleverd (tussen 12:00 en 14:00) is het tijdstip van onze installatie verschoven naar 11:00 voor een betere aansluiting hiermee. Mocht de kassa gereed staan voordat internet actief is dan zal alleen het afrekenscherm functioneel zijn. Voor zaken als artikelbeheer en het inzien van omzetten is een actieve verbinding noodzakelijk. Mocht de lijn pas later dan gepland worden geactiveerd door jullie provider en wij hierdoor in tijdnood komen dan zal de rest van de installatie of instructie op een later tijdstip plaats moeten vinden.
  • Mochten wij zoals besproken niet tijdig beschikken over een digitale variant van de voorbedrukte A5 kassabonvellen dan zullen wij achteraf en op afstand pas een indeling kunnen maken van jullie kassabon.
(...)”
3.5
Het kassasysteem is op 26 januari 2017 door een medewerker van Microcash in de winkel van Romi geïnstalleerd. De internetaansluiting in de winkel was op dat moment nog niet operationeel, waardoor geen verbinding kon worden gemaakt met het systeem.
3.6
De winkel is op 10 februari 2017 open gegaan voor publiek.
3.7
De helpdesk van Microcash heeft naar aanleiding van een melding van Romi een zogenaamde call gemaakt, luidende:
“#214943 Getoonde kortingen op de kassa komen niet overeen met de kortingen op de kassabon.”
3.8
Op of omstreeks 29 maart 2017 schrijft de medewerker van Microcash daarover aan Romi:
“We zijn nog hard bezig het probleem rondom het verkeerd tonen van kortingen voor je opgelost te krijgen; excuus voor de duur van de call.”
3.9
Per e-mail van 24 april 2017 schrijft Romi aan de helpdesk van Microcash:
“Vanaf 18 mei a.s. begint onze eerste grote uitverkoop. Graag zie ik dat het probleem vóór die tijd is opgelost! Ik kan de klanten geen bon meegeven die niet klopt.
Ik hoor graag zo spoedig mogelijk.”
3.1
Op 25 april 2017 maakt medewerker [B] de volgende gespreksnotitie in het systeem van Microcash :
“Ik heb hiertoe met [C] geverifieerd dat het goed stond ingesteld na het volgende veld toegevoegd te hebben aan de opmaak: het bedrag van 0,05 korting werd nu netjes aan de rechterkant van de bon getoond; call kan gesloten worden.”
3.11
Op 5 mei 2017 schrijft [A] aan de helpdesk van Microcash:
“Naar aanleiding van mijn telefoongesprek van zojuist met [D] , zend ik bijgaand een foto van de A-5 bon, met verwijzingen aangegeven met de cijfers 1 t/m 4.
1. Dat is niet de juiste prijs van het artikel. Dit gebeurt zodra er korting wordt gegeven;
2. Die nullen slaan nergens op. Kunnen die weg?
3. Ook die nullen slaan nergens op.
4. Bedrag bij btw is niet ingevuld.
Het grote probleem blijft de combinatie met korting. Ik wil graag dat daar goed naar wordt gekeken.”
3.12
Op 5 mei 2017 noteert medewerker [B] in het systeem van Microcash dat punt 2 en 3 zijn verholpen. Daaraan voegt hij toe:
“Het volgende kan op dit moment echter niet gedaan worden, aangezien de volgende velden NIET aanwezig zijn in de veldenlijst.
Punt 1.
- Bruto verkoopprijs, dus verrekend ZONDER kortingen. Netto verkoopprijs staat er wel, echter is deze in het bovenstaand voorbeeld dus verrekend met de korting (…)
Punt 4.
- Netto verkoopprijs ex btw. Deze wordt nu simpelweg niet gevuld. Dit veld moet dus het bedrag zijn wat de klant uiteindelijk heeft afgerekend, echter met de btw-bedragen.”
3.13
Op 18 mei 2017 om 10.00 uur noteert medewerker [E] in het systeem van Microcash:
“Er is een aanpassing voor [A] doorgevoerd die ik met haar heb getest. De voorheen ontbrekende gegevens staan er nu goed op voor haar.”
En om 10.01 uur voegt medewerker [F] daaraan de volgende notitie toe:
“Ter aanvulling: geen nieuwe versie maar een paar berekende velden in de A4 bon layout editor om de juiste waardes te berekenen.”
3.14
Op of omstreeks 7 juni 2017 schrijft een medewerker van Microcash inzake de call “#222193 Korting percentage aantal aanpassen” aan Romi:
“Helaas blijkt het niet mogelijk om de kortingspercentages in de kassa aan te passen. Dit is een functionaliteit die door ons programmeer team gemaakt zal moeten worden. Ik heb direct een verzoek ingediend, helaas zal een nieuwe versie nog wel even op zich laten wachten.”
3.15
Op 11 juli 2017 schrijft [A] per e-mail namens Romi aan Microcash:
“Hierbij beëindig ik het contract tussen Microcash en Romi Investment B.V. De redenen van beëindiging van het contract zijn als volgt:
- niet mogelijk om kortingsknoppen te wijzigen/toe te voegen;
- in geval er korting wordt toegepast, klopt het eindbedrag niet/Het wordt niet goed berekend;
- de combinatie van artikelen met korting en artikelen zonder korting is langdradig. Elk artikel moet apart worden aangeslagen;
- lay-out A-5 bon rommelig; destijds met [B] doorgenomen maar niemand anders heeft dit verder opgepakt na vertrek van [B] ;
- btw/korting wordt niet goed berekend en geen juiste positie op de bon;
- niet mogelijk om het klantenbestand te bekijken en/of uit te draaien en ook niet om de naam van de klant op de bon uit te draaien;
- vanaf het begin (februari dit jaar) zijn er problemen.
Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en verneem nader van u omtrent retournering van uw apparatuur.”
3.16
Daarop reageert Microcash met een e-mailbericht van 22 juli 2017:
“De opzegging heb ik inmiddels administratief verwerkt. In verband met de minimale looptijd van 48 maanden loopt de overeenkomst nog door tot eind januari 2021. Om te voorkomen dat de overeenkomst op dat moment met een jaar verlengd wordt dient de gehuurde apparatuur uiterlijk op 31 januari 2021 geretourneerd te zijn.
Wij vinden het jammer om te horen dat je niet tevreden bent met de software. Uiteraard willen wij daar graag iets aan doen. We zijn niet bekend met een fout betreffende de berekening. Graag verzoek ik je specifiek aan te geven wat er volgens jou niet goed gaat. Als er inderdaad sprake is van een fout dan lossen wij dat natuurlijk snel op.
Daarnaast heb je wensen om op een snellere en flexibelere manier korting te kunnen geven, de layout van de bon te veranderen en het klantenbestand te kunnen exporteren. Aan deze wensen willen wij graag tegemoet komen. Wij hebben daar met jullie telefonisch overleg over gevoerd, maar naar ik heb begrepen willen jullie hier geen medewerking aan verlenen. Als jullie alsnog aanpassingen in het systeem op deze punten willen dan hoor ik dat graag.”
3.17
Daarop antwoordt Romi per e-mail van 24 juli 2017, voor zover van belang:
“(…)
Wij hebben diverse malen aangegeven, aan zowel [G] als aan [H] dat de kassa/software niet naar behoren werkt en dat de kassa kon worden opgehaald c.q. dat het onze ernst was om ermee te stoppen. Jullie hebben ons meerdere malen verzocht om het nog een kans te geven de problemen op te lossen.
Nu vraagt u wederom om specifiek aan te geven wat er niet goed gaat. Dat zegt eigenlijk al genoeg, dat er bij Microcash slecht/geen onderlinge communicatie is.
Waarom zou ik nu na 6 maanden nog vertrouwen moeten hebben dat het wordt opgelost. Jullie hebben volgens mij genoeg tijd gehad om de problemen op te lossen. (…)”
3.18
Per e-mail van dezelfde dag heeft Microcash als volgt gereageerd:
“Beste [A] en [I] ,
Zoals aangegeven zijn wij niet bekend met een foutieve berekening. Dat maakt het voor mij nu onmogelijk om inhoudelijk te reageren op uw mail. Nogmaals verzoek ik u details te verstrekken over de berekenwijze waar u het niet mee eens bent, zodat wij indien noodzakelijk dit probleem kunnen wegnemen.
Voor de overige punten geef ik aan dat u weliswaar eisen stelt waar Twiga op het moment niet aan voldoet. Het gaat hier echter om eisen die niet vooraf zijn doorgesproken, zaken waar u tijdens de demonstratie van had kunnen zien dat ze werken zoals ze nu werken, en punten die een ontbinding van de overeenkomst niet rechtvaardigen. Desondanks vinden wij het vervelend dat u niet tevreden bent en willen wij ons inspannen om de software aan te passen zodat deze wel aan uw wensen voldoet.”
3.19
Romi heeft de facturen van Microcash tot en met augustus 2017 betaald. Vanaf september 2017 heeft zij geen facturen van Microcash meer betaald.
3.2
Per e-mail van 10 oktober 2017 heeft Microcash de overeenkomst met Romi ontbonden en heeft zij aan Romi een bedrag van € 5.610,42 in rekening gebracht voor het totaal van de nog niet verschenen huurtermijnen van de hardware voor de resterende duur van de overeenkomst, welke op grond van artikel 5 van de overeenkomst vervroegd opeisbaar zijn.
3.21
Per e-mail bericht van 19 oktober 2017 heeft Microcash Romi ten aanzien van de niet betaalde facturen in gebreke gesteld met een termijn van 15 dagen, derhalve tot 3 november 2017.

4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

4.1
Microcash heeft in eerste aanleg gevorderd dat Romi bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling van de termijnen van september en oktober 2017 ad € 449,20 en de huurtermijnen voor de resterende looptijd van de overeenkomst ad € 5.610,42, dit alles te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, en voorts tot betaling van administratiekosten ad € 50,-, € 677,98 aan buitengerechtelijke incassokosten en veroordeling van Romi in de proceskosten.
Daartoe heeft Microcash kort samengevat gesteld dat Romi deze bedragen op grond van de overeenkomst en het niet nakomen daarvan aan haar verschuldigd is. Volgens Microcash kon Romi niet rechtsgeldig tot ontbinding van de overeenkomst overgaan.
4.2
Romi heeft tot afwijzing van de vordering geconcludeerd. Romi heeft aangevoerd dat zij niets meer verschuldigd is aangezien zij de overeenkomst in juli 2017 reeds buitengerechtelijk heeft ontbonden op grond van de tekortkomingen van Microcash.
4.3
De kantonrechter heeft bij vonnis van 3 juli 2018 de vorderingen van Microcash afgewezen, overwegende dat Microcash jegens Romi is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichting om een goed werkend kassasysteem in gebruik te geven, dat Romi Microcash in gebreke heeft gesteld en dat Romi de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden.
4.4
De kantonrechter heeft het oordeel dat Microcash is tekortgeschoten gebaseerd op de volgende overwegingen: (1) Romi mocht verwachten dat het kassasysteem niet alleen de bedragen van de te verkopen goederen kon berekenen, maar ook deugdelijke bonnen zou produceren, omdat Romi het kassasysteem wilde gebruiken in haar kledingwinkel en dit gebruik ook aan Microcash bekend was. (2) De e-mail van Romi van 24 april 2017 is als een ingebrekestelling aan te merken, met een redelijke termijn voor nakoming tot 18 mei 2018. (3) De e-mail van Romi van 11 juli 2017 moet worden begrepen als een ontbindingsverklaring. (4) Uit de reactie van Microcash daarop blijkt dat zij opnieuw aanbiedt om de problemen te verhelpen. Op grond hiervan concludeert de kantonrechter dat de tekortkomingen zoals genoemd in de e-mail van 24 april 2017 nog niet naar behoren waren opgelost, dat Microcash daarom gezien de voor nakoming gestelde termijn tot 18 mei 2018 in verzuim is, en de ontbinding van de overeenkomst rechtsgeldig was.

5.De beoordeling van de grieven en de vordering

5.1
Microcash vordert, na vermeerdering van eis in het hoger beroep, dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van de kantonrechter van 3 juli 2018 vernietigt, en opnieuw rechtdoende, Romi veroordeelt tot betaling aan Microcash van de volgende bedragen:
  • € 449,20 inclusief btw aan huurtermijnen over september en oktober 2017, te vermeerderen met wettelijke handelsrente;
  • € 50,00 aan administratiekosten;
  • € 5.610,42 inclusief btw voor de vervroegd opeisbare huurtermijnen voor de resterende looptijd van de overeenkomst, te vermeerderen met wettelijke handelsrente;
  • € 2.770,34 exclusief btw als contractuele boete voor de niet verschenen onderhoudstermijnen voor de resterende looptijd van de overeenkomst, te vermeerderen met wettelijke handelsrente;
  • € 818,99 aan buitengerechtelijke kosten;
  • de kosten van de procedure in beide instanties alsmede de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
5.2
Microcash heeft haar eis vermeerderd door in appel op grond van artikel 7 van de overeenkomst bij wijze van boete ook de niet verschenen onderhoudstermijnen voor de resterende looptijd van de overeenkomst te vorderen. Tegen deze eiswijziging als zodanig is door Romi geen bezwaar aangevoerd, terwijl het hof ook ambtshalve geen strijd met een goede procesorde ziet. Het hof zal derhalve recht doen op de gewijzigde eis.
5.3
Microcash heeft drie grieven opgeworpen.
Grief 1is gericht tegen de overweging van de kantonrechter dat het kassasysteem niet naar behoren werkte.
Grief 2is gericht tegen de overweging dat het e-mailbericht van 24 april 2017 is aan te merken als een ingebrekestelling en dat sprake is van verzuim van Microcash.
Grief 3is gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat op Microcash de verplichting rustte om een goed werkend kassasysteem in gebruik te geven en dat zij hierin is tekortgeschoten, en dat deze tekortkoming de ontbinding rechtvaardigt.
5.4
De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling, nu zij allen betrekking hebben op de vraag of Romi de overeenkomst met Microcash rechtsgeldig heeft ontbonden.
5.5
Het hof overweegt als volgt. Niet in geding is dat Romi enig maatwerk wenste, in ieder geval op het gebied van de kassabon, en dat Microcash bereid was om aan Romi maatwerk te leveren, in afwijking van haar standaard kassasysteem. Dit maatwerk hield in dat Romi een afwijkende, zelf ontworpen, kassabon wilde laten printen op A5 formaat, op een A4 printer in plaats van op de standaard A5 printer. Het kassasysteem is door Microcash aan Romi geleverd en de overeenkomst is van kracht geworden.
5.6
Romi heeft niet weersproken dat er op het moment van installatie van het kassasysteem in haar winkelpand geen werkende internetaansluiting was en dat zij ook geen ontwerp, in de zin van een digitale lay-out, gereed had voor de door haar gewenste kassabon van afwijkend formaat. Nu uit de e-mail van Microcash van 25 januari 2017 blijkt dat zij wel van tevoren met Romi had besproken dat de internetaansluiting en de digitale lay out van de kassabon nodig waren voor installatie van het kassasysteem met de gewenste bon op A5 formaat, kan Microcash daarom worden gevolgd in haar stelling dat Romi onder deze omstandigheden niet mocht verwachten dat het kassasysteem meteen bij aanvang van de overeenkomst zou werken zoals zij dat wilde.
5.7
Het hof maakt uit de stellingen van partijen en de overgelegde stukken op dat partijen vervolgens bij het uitvoeren van het door Romi gewenste maatwerk een aantal malen op moeilijkheden zijn gestuit, waarna Romi de overeenkomst per e-mail van 11 juli 2017 ontbond. De vraag die voorligt is of Microcash op dat moment ook in verzuim was. Het is aan Romi, die zich beroept op de rechtsgeldigheid en andere rechtsgevolgen van de door haar ingeroepen ontbinding, om te stellen en zo nodig te bewijzen dat Microcash met enige afgesproken prestatie in verzuim was.
5.8
Het hof ziet de-mail van 24 april 2017 van Romi aan Microcash, waarin Romi een aantal door haar geconstateerde gebreken heeft omschreven en een termijn voor verbetering daarvan heeft gesteld tot 18 mei 2017, als een ingebrekestelling die ertoe kan leiden dat Microcash in verzuim is geraakt.
5.9
Anders dan de kantonrechter echter, komt het hof op grond van de stellingen van partijen en de door partijen overgelegde stukken (e-mailcorrespondentie en gespreksnotities uit het systeem van Microcash) niet tot het oordeel dat het probleem met de kassabon zoals genoemd door Romi in haar e-mail van 24 april 2017, op 11 juli 2017 nog steeds niet verholpen was. De hiervoor onder 3.10 geciteerde, door Microcash overgelegde, gespreksnotitie van 25 april 2017 geeft steun aan haar verweer dat het probleem dat op 24 april 2017 speelde, op 25 april 2017 was verholpen. Uit de onder 3.11 tot en met 3.13 geciteerde e-mail en gespreksnotities kan vervolgens worden opgemaakt dat Romi op 5 mei 2017 opnieuw een klacht had over de bon, die medewerker [B] heeft opgepakt. Microcash stelt dat ook dit probleem naar tevredenheid van Romi was verholpen voordat de winkel van Romi op 18 mei 2017 openging, getuige de notities die zijn gemaakt op 18 mei 2017 om 10.00 uur en 10.01 uur.
5.1
Naar het oordeel van het hof heeft Romi dit gemotiveerde verweer van Microcash onvoldoende weerlegd en aldus onvoldoende invulling gegeven aan haar stelplicht. Romi heeft volstaan met de stelling dat de telefoonnotitie van 18 mei 2017 niets zegt nu hierin alleen wordt gesproken over een test waardoor ontbrekende gegevens er nu goed op zouden staan, terwijl het systeem niet in staat zou zijn om kortingen op een juiste wijze door te voeren en te verwerken. Maar aangezien Microcash al ter comparitie in eerste aanleg heeft gesteld, zo blijkt uit haar spreekaantekeningen, dat de problemen met de kassabon geen verkeerde berekeningen betroffen maar lay out problemen, ziet het hof niet in waarom het wijzigen van de velden geen goede oplossing voor het probleem met de kassabon kan zijn geweest. Op die comparitie heeft Microcash ook gesteld dat Romi na 18 mei 2017 niet opnieuw telefonisch bij haar heeft geklaagd. De door Romi als productie 7 overgelegde e-mail van de Microcash helpdesk van 20 juni 2017 betreft een verzoek om een nieuwe functionaliteit (aanpassing van de kortingsknoppen op de kassa) en de punten die Romi opsomt in haar e-mail van 11 juli 2017 betreffen deels nieuwe klachten en deels nieuwe verzoeken tot aanpassing. Tijdens de comparitie in eerste aanleg heeft Microcash hierover aangevoerd “Daarnaast zijn er lange tussenpozen geweest waarin een gemeld probleem is opgelost en mw. [A] aangaf tevreden te zijn, maar waarbij later weer een nieuwe klacht is geuit.” Bij memorie van grieven heeft Microcash bovendien gesteld dat door Romi ter comparitie in eerste aanleg zou zijn bevestigd dat er ten tijde van de ontbindingsverklaring op 11 juli 2017 geen problemen meer waren met de kassabon. Romi heeft ook dit niet weerlegd.
5.11
Het hof concludeert dat Romi er niet in is geslaagd om, gezien de gemotiveerde betwisting door Microcash, voldoende onderbouwing te geven aan haar stelling dat Microcash de in de ingebrekestelling d.d. 24 april 2017 door Romi genoemde punten niet tijdig zou hebben afgehandeld. De door Microcash overgelegde gespreksnotities en andere aantekeningen wijzen er op dat Microcash de punten afhandelde, voor zover mogelijk, en voor zover nodig binnen de door partijen van te voren gemaakte afspraken. Ook al heeft Romi nadien weer nieuwe klachten geuit en opvolgende verzoeken tot aanpassing gedaan, zij heeft Microcash voor die nieuwe punten niet in gebreke gesteld, nog daargelaten of ze al voldoende geconcretiseerd waren. Microcash is dan ook niet in verzuim geraakt. Dit maakt dat de ontbinding die Romi inriep per e-mail van 11 juli 2017 voorbarig was en daarmee niet rechtsgeldig. Dit betekent dat grieven 2 en 3, die het hof in hun onderlinge samenhang heeft behandeld, slagen. Wat partijen verder nog hebben aangevoerd in het kader van de grieven behoeft daarom geen verdere bespreking.
5.12
Nu de grieven 2 en 3 slagen, is bij gebreke van overig relevant verweer de vordering van Microcash toewijsbaar, met uitzondering van het volgende. Microcash heeft niet gesteld waarom wettelijke handelsrente toewijsbaar zou zijn over de bij wijze van contractuele boete gevorderde niet verschenen onderhoudstermijnen voor de resterende looptijd van de overeenkomst en zij heeft evenmin gesteld per welke datum zij die rente vordert. Het hof overweegt dat deze vordering niet strekt tot nakoming maar tot (gedeeltelijk) vervangende schadevergoeding gefixeerd in een boetebedrag. Aangezien artikel 6:119a BW geen grondslag biedt voor toekenning van wettelijke handelsrente over een verplichting tot schadevergoeding, is deze niet toewijsbaar. Het hof zal daarom ambtshalve de toewijsbaarheid van wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW beoordelen. Wettelijke rente over verbeurde boete kan pas verschuldigd zijn na ingebrekestelling. Aangezien niet gesteld of gebleken is dat op een eerder moment dan de appeldagvaarding een aanmaning ter zake van de verbeurde boete heeft plaatsgevonden, gaat het hof uit van verschuldigdheid van wettelijke rente over de boete met ingang van de datum van de appeldagvaarding, te weten 2 oktober 2018.
5.13
De wettelijke handelsrente over de verschuldigde huurtermijnen en de vervroegd opeisbare huurtermijnen is wel toewijsbaar. Bij gebreke van verweer op dit punt zal het hof deze toewijzen met ingang van de data genoemd in de inleidende dagvaarding, te weten 25 oktober 2017 voor de twee huurtermijnen en 3 november 2017 voor de vervroegd opeisbare huurtermijnen.

6.De slotsom

6.1
De grieven 2 en 3 slagen, zodat het bestreden vonnis zal worden vernietigd.
6.2
Als de (overwegend) in het ongelijk te stellen partij zal het hof Romi in de kosten van beide instanties veroordelen.
De kosten voor de procedure in eerste aanleg aan de zijde van Microcash zullen worden vastgesteld op:
- explootkosten € 90,-
- griffierecht € 470,-
- salaris advocaat
€ 500,-(2 punten x tarief 250)
Totaal € 1.060,-
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Microcash zullen worden vastgesteld op:
- explootkosten € 85,79
- griffierecht € 726,-
- salaris advocaat
€ 759,-(1 punt x tarief 759)
Totaal € 1.570,79
6.3
Als niet weersproken zal het hof ook de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.
6.4
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn als niet weersproken toewijsbaar.

7.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
vernietigt het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle van 3 juli 2018 en doet opnieuw recht;
veroordeelt Romi tot betaling aan Microcash van de hiernavolgende bedragen:
  • € 449,20 voor de facturen over september en oktober 2017, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 25 oktober 2017 tot aan de dag van voldoening;
  • € 50,- aan administratiekosten;
  • € 5.610,42 inclusief btw wegens vervroegd opeisbare huurtermijnen voor de resterende looptijd van de overeenkomst, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 3 november 2017 tot aan de dag van voldoening;
  • € 2.770,34 exclusief btw voor de bij wijze van boete direct opeisbare onderhoudstermijnen voor de resterende looptijd van de overeenkomst, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2018 tot aan de dag van voldoening;
  • € 818,99 aan buitengerechtelijke kosten;
veroordeelt Romi in de kosten van beide instanties, tot aan de bestreden uitspraak aan de zijde van Microcash wat betreft de eerste aanleg vastgesteld op € 560,- voor verschotten en op € 500,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en tot aan deze uitspraak wat betreft het hoger beroep vastgesteld op € 811,79 voor verschotten en op € 759,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en – voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot aan de dag van betaling;
veroordeelt Romi in de nakosten, begroot op € 157,- met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 82,- in geval Romi niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden, plus de kosten van betekening, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf veertien dagen na aanschrijving én betekening;
verklaart dit arrest ten aanzien van de daarin vervatte veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mr. L. Janse, mr. M.M.A. Wind en mr. S.E. Vlaanderen-Schüttenhelm en is door de rolraadsheer, in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2019.