ECLI:NL:GHARL:2019:6842
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de stillegging van een onderneming wegens ernstige bezwaren tegen de verdachte in een economische delicten zaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 augustus 2019 een beschikking gegeven in hoger beroep betreffende de vordering van de advocaat-generaal om de stillegging van de onderneming van de verdachte te verlengen. De verdachte, geboren in 1953, was eerder veroordeeld door de rechtbank Overijssel voor het niet goed verzorgen van zijn runderen, wat leidde tot ernstige bezwaren tegen zijn handelen. De rechtbank had op 4 maart 2019 een voorlopige maatregel opgelegd die de gehele stillegging van de onderneming van de verdachte beval. De advocaat-generaal vorderde op 10 juli 2019 een verlenging van deze maatregel, omdat de situatie van de verdachte en zijn onderneming nog steeds zorgwekkend was. Tijdens de behandeling van de vordering op 21 augustus 2019 werd de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte gehoord. De raadsman betoogde dat er geen spoedeisend belang meer was, aangezien de onderneming van de verdachte volledig stil lag en hij geen vee meer hield. Het hof oordeelde echter dat het belang om te voorkomen dat de situatie die tot de stillegging leidde, zich opnieuw zou voordoen, nog steeds acuut was. Het hof concludeerde dat de ernstige bezwaren tegen de verdachte nog steeds aanwezig waren en dat de stillegging van de onderneming moest worden voortgezet. De vordering van de advocaat-generaal werd toegewezen en de termijn van de stillegging werd met zes maanden verlengd. De beschikking is dadelijk uitvoerbaar.