Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
1.5 Het wrakingsverzoek is ter zitting van 13 augustus 2019 behandeld door de wrakingskamer. Verzoekster is niet verschenen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. A.J. Rietveld, raadsheer in het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, naar aanleiding van een zitting op 12 juli 2019. Tijdens deze zitting werd aan verzoekster meegedeeld dat er geen beroep kon worden ingesteld in haar zaak met parketnummer 21-002105-18. Verzoekster had voorafgaand aan de zitting om aanhouding gevraagd, maar het hof heeft dit verzoek impliciet afgewezen. Verzoekster voelde zich niet gehoord en beschuldigde mr. Rietveld van partijdigheid, wat leidde tot haar verzoek tot wraking.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking niet voldoet aan de wettelijke eisen, omdat de motivering ontbrak. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van het hof om het aanhoudingsverzoek af te wijzen een rechterlijke beslissing is die geen grond voor wraking kan opleveren. De wrakingskamer benadrukte dat een subjectieve vrees voor partijdigheid niet voldoende is; er moeten objectieve feiten zijn die deze vrees rechtvaardigen. Aangezien verzoekster geen bewijs heeft geleverd voor haar claims van vooringenomenheid, werd het verzoek tot wraking afgewezen.
De wrakingskamer heeft ook het verzoek tot aanhouding van de behandeling van het wrakingsverzoek afgewezen, omdat verzoekster niet voldoende onderbouwing had gegeven voor haar medische verhindering. De beslissing van de wrakingskamer werd op 20 augustus 2019 openbaar uitgesproken en ondertekend door de leden van de wrakingskamer.