ECLI:NL:GHARL:2019:6661
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenbeschikking
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming verhuizing en zorgregeling in een geschil tussen ouders over de hoofdverblijfplaats van minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 augustus 2019 een tussenbeschikking gegeven in een geschil tussen de ouders van twee minderjarige kinderen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De moeder had verzocht om vervangende toestemming om met de kinderen te verhuizen naar [A], terwijl de vader zich hiertegen verzette. De moeder was op 1 januari 2019 zonder toestemming van de vader met de kinderen naar [A] verhuisd. De vader had in eerste aanleg verzocht om de moeder te verbieden met de kinderen te verhuizen en om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij hem te bepalen. De rechtbank had de verzoeken van de vader afgewezen, maar de moeder was in hoger beroep gegaan.
Het hof heeft vastgesteld dat er geen noodzaak was voor de moeder om te verhuizen en dat de negatieve gevolgen voor de vader en de kinderen, zoals minder frequent contact, aanwezig zijn. Het hof heeft besloten dat er een raadsonderzoek moet plaatsvinden om de belangen van de kinderen te waarborgen. Tot dat onderzoek is afgerond, heeft het hof bepaald dat de kinderen met ingang van 2 september 2019 hoofdverblijf bij de vader hebben. Tevens is er een voorlopige zorgregeling vastgesteld waarbij de kinderen alle weekenden dat de vader werkt bij de moeder verblijven, alsmede tijdens de helft van de schoolvakanties en feestdagen. Het hof heeft de raad verzocht om vóór 15 december 2019 te rapporteren en te adviseren over de situatie van de kinderen.
De moeder is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot schorsing van de uitvoerbaar bij voorraadverklaring van de eerdere beschikking van de rechtbank. Het hof heeft de verdere behandeling van de zaak aangehouden totdat het rapport van de raad is ontvangen.