Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Stichting Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis Groningen,
verzoekster in hoger beroep,
wonende te [B] ,
verder te noemen: de oom van [de minderjarige1] (moederszijde).
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een brief van de GI van 23 juli 2019 met als bijlage het proces-verbaal van het verhandelde
ter zitting in eerste aanleg;
- een faxbericht/brief van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de raad) van 25 juli
2019.
3.3. Feiten
2011 en [de minderjarige3] geboren [in] 2017. De kinderen hebben alle drie een andere vader en verblijven niet meer bij de moeder. De biologische vader van [de minderjarige1] is niet in beeld.