Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
Hot Networkz,
in hoger beroep: niet verschenen.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het herstelexploot van 25 juni 2018,
- het op de rol van 11 september 2018 tegen Hot Netzwork verleende verstek,
3.De vaststaande feiten
De leasemaatschappij heeft de aan de leaseauto ontstane schade verhaald op Hot Networkz, op de grond dat de auto, in strijd met de lease- en dekkingsbepalingen, werd bestuurd door iemand die niet in het bezit was van een rijbewijs. De verhaalde schade bedraagt een bedrag van € 8.057,71 excl. btw en is door Hot Networkz voldaan.
en € 250,- afhankelijk van de roekeloosheid en schade.[...] "
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
Vervolgens is de vordering in hoofdsom toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 10 december 2016, met veroordeling van [appellant] in de proceskosten.
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
€ 8.057,71 dat zij aan de leasemaatschappij heeft moeten betalen, op hem kan verhalen.
Op die feiten heeft Hot Networkz de grondslagen voor haar vordering (hiervoor weergegeven onder 4.1) gebaseerd.
Omstandigheden waarom het zonder toestemming en zonder rijbewijs rijden in de auto in dit geval niet bewust roekeloos zou zijn heeft [appellant] niet aangevoerd.
Hot Networkz heeft verder nog een schriftelijke verklaring overgelegd van een medewerker van haar, de heer [C] , die verklaart dat hij samen met dhr. [D] heeft gesproken met [appellant] , onder meer om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie.
heeft toen een verklaring op papier gezet, aldus [C] . Die verklaring is door Hot Networkz eveneens overgelegd. Daarin verklaart [appellant] dat hij kranten wilde gaan ophalen en dat hij toen “met me domme kop” in de auto is gaan rijden en dat hij “een hele grote en verkeerde fout [heeft] gemaakt om te gaan rijden” en dat hij nu zwaar in de problemen zit en hoopt dat hij zijn baantje nog kan houden.
6.De beslissing
uitsluitendbewijs door bewijsstukken wenst te leveren, hij die stukken op de roldatum 3 september 2019 in het geding dient te brengen,
roldatum 20 augustus 2019, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;