Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
- in overleg met erflaatster en erflater en wijlen zijn broer is besloten dat [appellant] de financiële zaken voor zijn ouders zou gaan uitvoeren (cva 2.8);
- [appellant] heeft de rol van mantelzorger op zich genomen met inbegrip van de aanschaf van een nieuwe bril, kleding of levensmiddelen (cva 2.9);
- [appellant] behartigde de financiële zaken van erflater (cva 2.11);
- gelet op hun fysieke beperkingen schakelden erflaatster en erflater [appellant] en zijn gezin veelvuldig in voor het doen van uitgaven en het maken van kosten inzake de reguliere verzorging, voor de woonsituatie, voor persoonlijke verzorging, rookwaren, de kapper, attenties voor bekenden en bij feestelijke gelegenheden (cva 2.14)
- op verzoek van erflater nam [appellant] relatief grote sommen geld in contanten op (cva 2.15). [appellant] deed uitgaven op verzoek van of in opdracht van erflater en erflaatster (cva 2.33).
“Uit rov. 4.9 volgt dat de verplichting tot het afleggen van rekening en verantwoording beperkter van aard is en dat de gevorderde veroordeling dus te ver gaat.”Het hof is van oordeel dat de rechtbank kennelijk per abuis naar 4.9 verwijst in plaats van 4.7. Er is voor de goede lezer dan ook geen onduidelijkheid, laat staan dat hieruit zou volgen dat er geen plicht tot het afleggen van rekening en verantwoording zou bestaan.
“Volgens de toelichting van [appellant] , die niet is weersproken en waarvan evenmin de onjuistheid is gebleken, voldoen de volgende betalingen aan het criterium dat is geformuleerd aan het slot van 4.9. (…)”Het hof is van oordeel dat de rechtbank kennelijk per abuis naar 4.9 verwijst in plaats van 4.7. Er is voor de goede lezer dan ook geen onduidelijkheid. Voor wat betreft de plicht tot het afleggen van rekening en verantwoording verwijst het hof naar hetgeen bij de beoordeling van de grieven 1 en 4 is overwogen.