De man is op zijn beurt met drie grieven in incidenteel hoger beroep gekomen. De eerste grief van de man ziet op de (verkoopopbrengst van de) inboedel van de vakantiewoning te [land] . Zijn tweede grief op de rekening-courantschuld van de vennootschap (zie ook grief 2 van de vrouw in principaal hoger beroep). Grief drie ziet op de overdracht door de vrouw aan hem van de sieraden van zijn moeder.
De man verzoekt dat het hof bij beschikking, voor zover de wet dit toelaat uitvoerbaar bij voorraad, de vrouw niet-ontvankelijk zal verklaren in haar principaal hoger beroep, dan wel het principaal hoger beroep zal afwijzen, en voorts in incidenteel hoger beroep bij beschikking, de bestreden beschikking, voor zover het de beslissing aangaande de verdeling van de inboedel van de vakantiewoning te [land] en de verdeling van de rekening-courant betreft, zal vernietigen dan wel zal wijzigen en opnieuw rechtdoende, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. zal verklaren voor recht dat de man een vordering op de vrouw heeft ter hoogte van een bedrag van € 20.000,00 ter zake van de inboedel van de vakantiewoning ten [land] ;
II. de vrouw zal veroordelen tot betaling van het bedrag ter hoogte van € 20.000,00 ter zake van de inboedel van de vakantiewoning te [land] ;
III.
primairzal bepalen dat de schuld wordt toegerekend aan de man, en de man de schuld als eigen schuld voor zijn rekening moet nemen, met veroordeling van de vrouw tot betaling aan de man voor een bedrag van € 10.993,28 zijnde de helft van de genoemde schuld;
IV.
subsidiairzal verklaren voor recht dat, ten aanzien van de rekening-courant van de vennootschap, partijen ieder voor de helft draagplichtig zijn voor de schuld die partijen aan de vennootschap hebben;
V. de vrouw zal bevelen aan de man binnen 7 dagen na betekening van de te wijzen beschikking de sieraden van de moeder van de man aan de man te geven onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag dat de vrouw nalaat voornoemde sieraden aan de man te overhandigen, met een maximum van € 10.000,00, althans een zodanige beslissing zal nemen welke het hof in goede justitie juist acht;
VI. de vrouw in de proceskosten zal veroordelen, gelijk te stellen aan de werkelijke advocaat- en overige kosten (griffierechten, deurwaarderskosten, et cetera) die de man in verband met deze procedure heeft gemaakt en nog zal moeten maken, daaronder begrepen de buitengerechtelijke kosten en nakosten;
VII. althans zodanige beslissingen zal nemen als uw hof in goede justitie juist acht.