Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van twee Roemeense appellanten tegen Stichting Samen Veilig Midden-Nederland, die hen beschuldigen van onrechtmatig handelen bij de uithuisplaatsing van hun kind. De zaak is gestart na een melding van de verloskundige bij het Meldpunt Kindermishandeling, waarna de Raad voor de Kinderbescherming een verzoek tot voorlopige ondertoezichtstelling indiende. De rechtbank Midden-Nederland heeft in eerste aanleg de vorderingen van de appellanten afgewezen, waarna zij in hoger beroep zijn gegaan. Het hof heeft de feiten zoals vastgesteld door de rechtbank overgenomen, en geconcludeerd dat de uithuisplaatsing van het kind rechtmatig was. De appellanten voerden aan dat Samen Veilig hen discrimineerde op basis van hun Roma-afkomst en dat er geen zorgvuldige procedure is gevolgd. Het hof oordeelde dat de zorgplicht van Samen Veilig hen verplichtte om preventieve maatregelen te nemen ter bescherming van het kind. De grieven van de appellanten werden afgewezen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij de appellanten in de kosten van het hoger beroep werden veroordeeld.