Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellant 2],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De motivering van de beslissing in het incident
14 mei 2019 een arrest in het incident gewezen. In dat arrest is overwogen dat de door IDM gestelde cessie van Hoist aan IDM van de (vermeende) vordering op [appellanten] een grond voor schorsing van het geding ex artikel 225 Rv kan opleveren. Het hof heeft geconcludeerd dat niet kan worden vastgesteld dat de schorsing terecht is ingeroepen, aangezien geen akte van cessie is overgelegd. Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor akte overlegging producties aan de zijde van IDM en heeft verder iedere beslissing in het incident aangehouden.
3.De beslissing
23 juli 2019voor akte overlegging producties aan de zijde van IDM zoals bedoeld in rov. 2.4 (ambtshalve peremptoir);
twee wekenin de gelegenheid worden gesteld om bij antwoordakte te reageren zoals bedoeld in rov 2.4 (ambtshalve peremptoir);