Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep, verder te noemen: verzoekers of de ouders,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontslag van ouders als bewindvoerders van hun zoon, rechthebbende. De ouders waren in eerste aanleg door de kantonrechter ontslagen als bewindvoerders op basis van gewichtige redenen, waaronder het niet indienen van de vereiste rekening en verantwoording. De ouders hebben hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij zij betoogden dat zij in staat waren om de financiële belangen van hun zoon te behartigen. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders, ondanks hun eerdere nalatigheid, nu doordrongen zijn van hun verplichtingen en dat de situatie van hun zoon is veranderd, aangezien hij inmiddels een eigen inkomen heeft. Het hof oordeelt dat de ouders opnieuw als bewindvoerders kunnen worden benoemd, omdat zij beter in staat zijn om de belangen van hun zoon te behartigen dan een derde. De eerdere beschikking van de kantonrechter wordt vernietigd, waardoor de oorspronkelijke benoeming van de ouders als bewindvoerders herleeft.