ECLI:NL:GHARL:2019:5173
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de beschikking tot erkenning van een kind door de ambtenaar van de burgerlijke stand
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot schorsing van een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had eerder de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om een akte van erkenning op te maken voor een minderjarige, geboren in 2010, door de man. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft echter verzocht om schorsing van deze beschikking, omdat het belang van de openbare orde zwaarder weegt dan het belang van de man bij de juridische erkenning van de band met het kind. Het hof heeft de procedure in eerste aanleg en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft aangevoerd dat de wet beperkte mogelijkheden biedt om een erkenning nietig te laten verklaren en dat zij het openbaar belang dient te behartigen. De man heeft daarentegen gesteld dat hij de hoofdverzorger van het kind is geweest en dat hij de band met het kind juridisch wil vastleggen. Na afweging van de belangen heeft het hof geoordeeld dat het belang van de ambtenaar van de burgerlijke stand bij het behoud van de bestaande toestand zwaarder weegt dan het belang van de man bij de tenuitvoerlegging van de beschikking. Het hof heeft daarom het verzoek tot schorsing toegewezen en de werking van de beschikking van de rechtbank geschorst.