Uitspraak
VITENS N.V.,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Deltaborgh Investments B.V. en Aqua Twente B.V. tegen Vitens N.V. over de overdracht van een watercentrale en een waterleidingnetwerk. De rechtbank had eerder de vordering van Vitens afgewezen en de subsidiaire vordering toegewezen. Deltaborgh vordert in hoger beroep vernietiging van de eerdere vonnissen en afwijzing van de vordering van Vitens. Het hof stelt vast dat Vitens eigenaar was van een perceel grasland en een watercentrale, en dat zij een waterleidingnetwerk bezat dat in verbinding stond met de watercentrale. Vitens had het netwerk op 20 juni 2011 ingeschreven in het openbare register met het oog op een voorgenomen verkoop aan FC Twente en Deltaborgh. De notariële verklaring van 20 juni 2011 vermeldde dat het netwerk bestond uit leidingen voor industriewater. Het hof concludeert dat er sprake was van een vergissing, waardoor het leidingnetwerk voor drinkwater onbedoeld onderdeel uitmaakte van de koopovereenkomst. Deltaborgh kan zich niet beroepen op bescherming van artikel 3:88 lid 1 BW, omdat zij niet te goeder trouw was. Het hof bekrachtigt de eerdere vonnissen en veroordeelt Deltaborgh in de kosten van het hoger beroep.