Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[B] ,
2.[C] ,
3.[D] ,
1.Het verdere verloop van de gedingen in hoger beroep
- de memorie van grieven, tevens houdende akte wijziging van eis,
- de memorie van grieven, tevens houdende akte wijziging van eis,
2.De vaststaande feiten
3.De beoordeling van het hoger beroep
uiterlijk30 september 2011. Ze zouden daarna de gronden samen kunnen gaan gebruiken. Wel staat in de overeenkomst de mogelijkheid van “herziening”. Die herziening was dat de overeenkomst kon “overgaan” op [A] of zijn erfgenamen. Daarvoor was wel nodig dat vooraf een financiële herziening moest plaatsvinden en dat partijen daarmee allebei mee zouden instemmen.
ƒ 1.000 voor ieder jaar dat [A] zijn medepachtrechten afstond. Inclusief geldontwaarding is een bedrag van ƒ 1.000 in 1981 een bedrag van ongeveer € 850 in 2011. Het hof vindt het verder redelijk te rekenen met een afkoop die berekend wordt over een periode van acht jaren. De vergoeding komt dan op een bedrag van € 6.800 (8 x € 850). Tot dit bedrag zal het hof [B] veroordelen. [B] heeft nog wel aangevoerd dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is een vergoeding aan [A] toe te kennen, maar hij heeft daarvoor niet voldoende zwaarwegende argumenten aangevoerd.