Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“gezien Antoon (rb: [appellant]) geen nieuw bedrijf kan opstarten en ik wel (we zijn niet getrouwd) heb ik dat gedaan. Doel, om met de kennis en kunde van Antoon hier toch een boterham mee te kunnen verdienen. Dit in samenspraak met de bewindvoerder van de schuldsanering.”De bewindvoerder heeft betwist dat zij kennis had van deze werkzaamheden of daar op enigerlei wijze mee heeft ingestemd. Op basis van deze stukken is de rechtbank van oordeel dat [appellant] ook na de toelating tot de schuldsaneringsregeling zijn werkzaamheden voor [firma] heeft voortgezet. Het niet voldoen aan de (actieve) informatieplicht levert volgens de rechtbank voldoende grond op om de regeling op basis van artikel 350 lid 3 aanhef en onder c Fw tussentijds te beëindigen.