Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de fiscale eenheid [X] B.V. en [Y] B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin een naheffingsaanslag omzetbelasting van € 1.845.553 werd opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 2006 tot en met 31 maart 2010. De Inspecteur had de naheffingsaanslag verminderd tot € 1.550.887 na een bezwaar van belanghebbende. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende in hoger beroep ging. Het Hof heeft vastgesteld dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd voor de periode na 1 januari 2008, maar onterecht voor de periode daarvoor, omdat niet was aangetoond dat belanghebbende had moeten weten dat zij deelnam aan een keten waarin btw-fraude werd gepleegd. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur onvoldoende bewijs had geleverd dat belanghebbende op de hoogte was van de fraude. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, de naheffingsaanslag werd verminderd tot € 828.614, en de Inspecteur werd veroordeeld tot het vergoeden van immateriële schade en proceskosten.