Uitspraak
AFMB,
het Pensioenfonds,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
9 maart 2015 aan haar betekende dwangbevel d.d. 2 januari 2015 gegrond te verklaren en buiten effect te stellen, en subsidiair de hoogte van de vordering, rente, incassokosten en btw te beperken, met veroordeling van het Pensioenfonds in de kosten van de procedure.
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
“Voor zover de Raad heeft kunnen vaststellen veranderde er na de tussenkomst van AFMB wat betreft de dagelijkse gang van zaken niets of weinig in de relatie tussen betrokkenen en hun in Nederland gevestigde oorspronkelijke werkgevers. Verder leidde, voor zover de Raad heeft kunnen vaststellen, het feit dat een in Nederland gevestigde vervoersonderneming geen gebruikt meer maakte van werknemers die op de loonlijst van AFMB stonden, in de regel tot onverwijld ontslag van deze werknemers door AFMB.”
6.De beslissing
14 mei 2019.