Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 mei 2019, gaat het om een verzoek van de vader tot vaststelling van een zorgregeling voor zijn dochter. De vader heeft stelselmatig afspraken niet nagekomen, wat het hof in de weg staat om een zorgregeling vast te stellen. De moeder, die op een geheim adres woont, heeft ook haar twijfels over de communicatie en samenwerking met de vader. De raad voor de kinderbescherming heeft in een rapport geadviseerd om drie proefcontacten te begeleiden, maar de vader heeft slechts twee van deze contacten gerealiseerd. Het hof concludeert dat het onbetrouwbaar gedrag van de vader schadelijk is voor de ontwikkeling van de minderjarige, die hierdoor het gevoel kan krijgen dat zij niet belangrijk is voor haar vader. Het hof oordeelt dat de vader eerst moet laten zien dat hij betrouwbaar is in het nakomen van afspraken voordat er een zorgregeling kan worden vastgesteld. Daarom wordt besloten dat de vader elke maand een kaartje naar de minderjarige moet sturen om zijn betrokkenheid te tonen. Daarnaast wordt een informatieregeling vastgesteld waarbij de moeder de vader elke twee maanden moet informeren over de ontwikkelingen van hun dochter. De beschikking van de rechtbank Noord-Nederland wordt vernietigd en het verzoek van de vader tot vaststelling van een zorgregeling wordt afgewezen.