Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[Geïntimeerde 1] ,
[Geïntimeerde 2] ,
3.[Geïntimeerde 3] ,
[Geïntimeerde 4] ,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de eigendom van een veestapel centraal na een verkoop. De curator van de failliete besloten vennootschap Riola B.V. heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarin werd geoordeeld dat de opbrengst van de verkoop van de veestapel toebehoorde aan de kopers, [Geïntimeerde 1 & 2]. De curator stelde dat de opbrengst aan de faillissementsboedel van Riola toebehoorde, terwijl de kopers claimden dat zij eigenaar waren op het moment van verkoop. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de kopers eigenaar waren van de veestapel, inclusief de biggen die geboren zouden worden, en dat er geen sprake was van verbruikleen.
Het hof bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Het hof oordeelde dat de curator niet had aangetoond dat Riola op enig moment eigenaar was geworden van de veestapel. De curator had vier grieven ingediend, maar het hof oordeelde dat deze grieven niet opgingen. De eigendom van de veestapel was gebleven bij [Geïntimeerde 1 & 2], en de curator had geen bewijs geleverd dat Riola varkens had aangekocht of dat er een andere rechtsverhouding was ontstaan die de eigendom zou hebben veranderd.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde de curator in de kosten van het hoger beroep. De kosten voor de procedure werden vastgesteld op € 1.628,- aan griffierecht en € 6.322,- voor salaris advocaat. De curator werd ook veroordeeld tot betaling van wettelijke rente over de proceskosten en nakosten. Het arrest werd openbaar uitgesproken op 16 april 2019.