Uitspraak
Directbouw,
Alliade,
1.1. Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
In Beetsterzwaag op de Wissel hebben jullie 4 jaar terug voor ons een tijdelijk kliniek gebouw neergezet.
Mijn collega is bezig om te kijken of het plan haalbaar is om de units voor een ander doeleinde te gebruiken.
Aanstaande dinsdag of woensdag 26-8 willen we definitief de knoop doorhakken.
"
Op maandag 28-9 verhuizen de cliënten naar de nieuwbouw.
Oke, we hebben de planning hierop aangepast, 29-9 gaan we starten.
Inmiddels heb jij gesproken met mijn collega [A] van inkoop en zijn de onderstaande afspraken gemaakt.
De units staat inmiddels in opslag bij onze Duitse vestiging.
Het inroepen van het terugkoopbeding is een recht van Alliade, niet van Directbouw. Dit blijkt uit het feit dat alleen Alliade het recht kan inroepen door middel van een aangetekend schrijven aan Directbouw. Alliade heeft, bij e-mail van 18 augustus 2015 en 24 september 2015, aangegeven dat zij zich misschien op het terugkooprecht zou gaan beroepen, maar dat het besluit nog niet vaststond. Zij heeft aan Directbouw duidelijk gemaakt dat zij nog altijd eigenaar van de woonunits was en dat zij dit zou blijven totdat zij Directbouw anders zou informeren.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
€ 80.000,- te laag te vinden, en Directbouw heeft gevraagd naar een hogere koopsom. [E] heeft ter comparitie in eerste aanleg verklaard dat hij zich destijds realiseerde dat Alliade "iets anders met de cabines zou kunnen doen" (naar het hof begrijpt: iets anders dan gebruikmaken van het terugkoopbeding), maar desalniettemin heeft vastgehouden aan de prijs van € 80.000,-. Vast staat daarmee dat waar eerder de kans op het inroepen van het terugkoopbeding nog op "90%" werd ingeschat, Directbouw begin september wist dat Alliade de geboden (terug)koopsom feitelijk te laag vond, en in ieder geval op dat moment nog niet had besloten het terugkoopbeding in te roepen: de omstandigheid dat de heer [A] de terugkoopprijs ter discussie stelde verdraagt zich daarmee niet. Ook deze omstandigheid draagt er aan bij dat Directbouw er niet gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat Alliade het terugkoopbeding wenste in te roepen. Het hof merkt daarbij op dat in dit verband niet van belang is of het bewuste telefoongesprek vóór dan wel (kort) na 8 september 2015 heeft plaatsgevonden. In het laatste geval geldt dat voor zover de e-mail van
grieven I en II. Dat betekent vervolgens ook dat de omstandigheid dat de woonunits naar het terrein van Directbouw zijn vervoerd niet heeft geleid tot een eigendomsoverdracht, en ook dat de (in de visie van Directbouw gedwongen) afgifte van de woonunits aan Alliade geen, als onrechtmatige daad te kwalificeren, inbreuk op een eigendomsrecht van Directbouw kan hebben opgeleverd.
grief III.
grief IVbetoogt Directbouw dat Alliade onrechtmatig beslag heeft laten leggen ten laste van Directbouw. De in reconventie ingestelde vordering tot vergoeding van de aan dat beslag verbonden kosten is daarom ten onrechte toegewezen, aldus Directbouw. Omdat ook deze grief voortbouwt op de verworpen stelling dat Alliade geacht moet worden het terugkoopbeding in te hebben geroepen faalt ook deze grief.