Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
- tweemaal per maand een weekeinde van vrijdagmiddag 17.00 uur tot zondagavond 17.00 uur;
- tijdens de zomervakantie drie weken;
- tijdens de herfstvakantie en voorjaarsvakantie twee dagen aansluitend aan het omgangsweekend;
- tijdens de kerstvakantie afwisselend de eerste of de tweede week van zaterdag 8.30 uur tot vrijdag 17.00 uur;
- tijdens de helft van de meivakantie overeenkomstig de regeling voor de voorjaarsvakantie (als de meivakantie één week bedraagt) of de kerstvakantie (als de meivakantie twee weken bedraagt);
- tijdens Pasen, Pinksteren en Hemelvaartsdag om het jaar;
- op vaderdag van 8.30 uur tot 17.00 uur;
- op de verjaardag van de vader, tenzij dit een schooldag betreft en [kind] bij de moeder verblijft.
4.De omvang van het geschil
primairde vader te veroordelen in de werkelijke proceskosten in eerste aanleg van € 4.985,80 en in hoger beroep van € 1.200,- , althans een bedrag aan proceskosten in beide instanties dat het hof redelijk acht en
subsidiairde vader te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten van de moeder in beide instanties conform het liquidatietarief, zowel primair als subsidiair te voldoen binnen twee weken na betekening van de beschikking.