In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de verblijfplaats van een minderjarige, [kind]. Het hof heeft de verzoeken van [kind] en haar grootouders om de hoofdverblijfplaats van [kind] bij de grootouders te bepalen, niet-ontvankelijk verklaard. De zaak is ontstaan na een eerdere beschikking van de rechtbank Overijssel, waarin het verzoek tot wijziging van de verblijfplaats was afgewezen. De grootouders en [kind] hebben in hoger beroep vier grieven ingediend en vroegen het hof om de eerdere beslissing te vernietigen en hun verzoek alsnog toe te wijzen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 februari 2019 is [kind] verschenen, bijgestaan door haar advocaat, mr. I. Mercanoğlu. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Overijssel, was verweerster in deze zaak. Het hof heeft vastgesteld dat de GI (gecertificeerde instelling) bevoegd is om de verblijfplaats van [kind] te bepalen, en dat er geen wettelijke basis is voor [kind] om haar verzoek tot wijziging van de verblijfplaats voor te leggen aan de rechter. Het hof heeft ook geoordeeld dat de grootouders geen recht hebben om de verblijfplaats van [kind] te verzoeken te wijzigen, aangezien hun verzoek ter ondersteuning van [kind] was.
Daarnaast heeft [kind] subsidiair verzocht om de benoeming van een bijzondere curator. Het hof heeft geoordeeld dat [kind] ontvankelijk is in dit verzoek, maar heeft het verzoek afgewezen omdat het hof [kind] en de grootouders niet-ontvankelijk heeft verklaard in hun primaire verzoek. De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere beschikking van de rechtbank Overijssel voor een deel is vernietigd, maar voor het overige is bekrachtigd.