ECLI:NL:GHARL:2019:206
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Machtiging gesloten plaatsing van een jongere in het kader van jeugdhulp
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een jongere, aangeduid als [verzoekster]. De jongere was onder voogdij gesteld van de Stichting Regiecentrum Bescherming en Veiligheid (de GI) en had een machtiging tot opname in een gesloten accommodatie gekregen. De kinderrechter had eerder op 12 september 2018 deze machtiging verleend, maar [verzoekster] was het daar niet mee eens en ging in hoger beroep.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij [verzoekster] werd bijgestaan door haar advocaat, mr. H.C.L. Crozier. De GI voerde verweer en stelde dat de gesloten plaatsing noodzakelijk was vanwege de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [verzoekster]. Het hof heeft vastgesteld dat de machtiging tot gesloten jeugdhulp op goede gronden was verleend, gezien de problematische situatie van [verzoekster] en haar eerdere onttrekkingen aan hulpverlening.
Het hof oordeelde dat de jongere niet voldoende kansen had benut om de gesloten plaatsing te voorkomen en dat de omstandigheden, waaronder haar gedrag en de risico's van onveilige situaties, een verlenging van de machtiging rechtvaardigden. De beslissing van de kinderrechter werd bekrachtigd, en het hof wees het verzoek van [verzoekster] af. De machtiging tot gesloten jeugdhulp blijft van kracht tot ten minste 12 maart 2019, zodat [verzoekster] de nodige ondersteuning kan ontvangen in haar ontwikkeling.