Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van het gezamenlijk gezag van twee minderjarige kinderen. De moeder, verzoekster in hoger beroep, verzocht om het gezamenlijk gezag te handhaven, terwijl de vader, verweerder in hoger beroep, verzocht om het gezag over de kinderen alleen aan hem toe te kennen. De ouders hebben een complexe relatie en zijn de ouders van [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De kinderen zijn bij de moeder blijven wonen na de breuk in augustus 2015, maar de vader heeft beide kinderen erkend. De rechtbank Noord-Nederland had eerder het gezamenlijk gezag beëindigd en de vader belast met eenhoofdig gezag over de kinderen. Het hof heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld aan de hand van de gewijzigde omstandigheden en de communicatie tussen de ouders. Ondanks dat de omgang tussen de moeder en de kinderen goed verloopt, heeft het hof geoordeeld dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders. De communicatie tussen de ouders is onvoldoende om gezamenlijk gezag uit te oefenen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van de moeder afgewezen.