4.2De vrouw is met zes grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Grief 1 ziet op de partneralimentatie (behoefte en draagkracht) en grief 2 op (de draagplicht voor) de hypothecaire betalingen. De grieven 3 en 4 zien op (de verdeling van) het appartement te [Plaatsnaam in Frankrijk] (verder: het appartement). Grief 5 ziet op (de vergoeding van) belastingaanslagen en grief 6 op het uitspreken van de echtscheiding.
De vrouw verzoekt het hof in hoger beroep na wijziging/aanvulling (kort weergegeven):
- het echtscheidingsverzoek af te wijzen;
- te bepalen dat de man met ingang van 28 december 2016 € 14.241,- bruto per maand aan partneralimentatie dient te voldoen;
- primair te bepalen dat de man volledig draagplichtig is voor de aflossing van de hypotheekachterstand van de woning van € 45.306,72 + p.m. en, subsidiair, dat de man volledig draagplichtig is voor de aflossing van de hypotheekachterstand vanaf 19 april 2017;
- te bepalen dat de man volledig draagplichtig is voor de ontstane hypotheekachterstand aangaande de hypotheek verbonden aan het appartement vanaf 19 april 2017;
- primair te bepalen dat de man de vrouw € 1.110,- dient te vergoeden dan wel (het hof begrijpt: subsidiair) te bepalen dat de man volledig draagplichtig is voor de aanslag van € 1.100,- alsmede de aanslagen die nog worden opgelegd totdat het appartement is verkocht en geleverd aan een derde;
- de vrouw vervangende toestemming te verlenen om tot het verstrekken van de verkoopopdracht aan de makelaar over te gaan, alsmede vervangende toestemming te verlenen aan de vrouw om tot verkoop en levering van het appartement over te kunnen gaan dan wel een machtiging in de zin van artikel 3:300 van het Burgerlijk Wetboek (BW) aan de vrouw te verstrekken;
- te bepalen dat de man de vrouw haar kleding, twee designer tassen, haar laptop en haar twee schilderijen dient terug te geven onder verbeurte van een dwangsom van € 10.000,- voor ieder(e) dag(deel) dat de man hier geen gevolg aan geeft dan wel, subsidiair, dat hij aan haar bij wijze van vervangende schadevergoeding € 11.321,- dient te voldoen;
- te bepalen dat de man de sleutel van het appartement aan de vrouw moet verstrekken onder verbeurte van een dwangsom van € 10.000,- per dag(deel) dat de man dit nalaat en te bepalen dat het de man is verboden na het verstrekken van de passende sleutel de sloten te vervangen onder verbeurte van een dwangsom van € 10.000,- per dag(deel) dat de man dit verbod niet
naleeft;
- te bepalen dat de man op grond van artikel 10 van de huwelijkse voorwaarden de belastingaanslagen op naam van de vrouw over de jaren 2009 tot en met het einde van het fiscaal partnerschap van partijen dient te vergoeden voor zover die aanslagen betrekking hebben op inkomen en vermogen van de vrouw, tot heden in ieder geval:
a. over 2009 een nader vast te stellen bedrag,
b. over 2010 een bedrag van € 192.089,-,
c. over 2011 een nader vast te stellen bedrag,
d. over 2012 een bedrag van € 138.116,-,
e. over 2013 een bedrag van € 324.377,-,
f. over 2014 een bedrag van € 138.039,-,
g. over 2015 tot einde fiscaal partnerschap een bedrag van € 138.116,-,
totaal: € 192.089,- + € 138.116,- + € 324.377,- + € 138.039,-,+ p.m.;
- te bepalen dat de man de kosten die de vrouw heeft moeten maken om de belastingaangiften te pogen te corrigeren van € 15.030,02 aan haar te vergoeden.