Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.de gecertificeerde instelling
2.[de vader] ,
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
mevrouw [E] . Ook is de vader verschenen.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
Begin 2017 zijn er twee zorgmeldingen door school bij [F] gedaan omdat [de minderjarige2] regelmatig krassen van nagels in zijn huid had, zijn gedrag in negatieve zin veranderde en [de minderjarige1] op school niets wilde eten. Ook kwamen de kinderen vaak te laat op school, maakten zij een zenuwachtige en afwezige indruk en waren er zorgen over de relatie tussen de moeder en [de minderjarige1] .
ECLI:NL:HR:2018:1797), in elk geval geldt dat artikel 1:265b lid 3 BW in het belang van het kind een uitzondering bevat op dit vereiste.
6.De slotsom
7.De beslissing
M. Weissink, bijgestaan door mr. E. Klijn als griffier, en is op 14 februari 2019 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.