Uitspraak
[verzoekster],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De zaak betreft een verzoek van de Stichting, gevestigd te [vestigingsplaats], die in hoger beroep ging tegen de beschikkingen van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland van 2 november 2017 en 30 januari 2018. De Stichting, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.A. Hoving, verzocht het hof om de bestreden beschikkingen te vernietigen en de arbeidsovereenkomst te ontbinden, met veroordeling van de verweerster, wonende te Groesbeek, tot betaling van onderzoekskosten en proceskosten. De verweerster, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.C.M. Bonnier, heeft verweer gevoerd en tevens voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld, waarbij zij verzocht om een billijke vergoeding van € 451.221,44 toe te kennen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 1 augustus 2018 hebben partijen onder begeleiding van het hof een schikking bereikt. De schikking hield in dat de Stichting aan de verweerster een bedrag van € 26.803,- bruto ter zake van transitievergoeding, € 17.813,87 bruto ter zake van contractuele vergoeding, en € 57.186,13 ter zake van vergoeding kosten juridische bijstand zou betalen. Tevens zijn de kosten van de procedure gecompenseerd en hebben partijen elkaar finale kwijting verleend. Het hof heeft de bestreden beschikkingen vernietigd, behoudens voor zover de ontbinding per 1 april 2018 was uitgesproken.
De uitspraak van het hof is gedaan door mr. A.E.F. Hillen, mr. A.A. Van Rossum en mr. R.S. de Vries, en is op 8 augustus 2018 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken.