In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 februari 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had eerder de aanslag forensenbelasting voor het jaar 2016 van de gemeente Terschelling, ter hoogte van € 861,80, gehandhaafd. Belanghebbende was eigenaar van een gemeubileerde recreatiewoning in Terschelling en had een verhuurbemiddelingsovereenkomst gesloten met [B]. In deze overeenkomst was bepaald dat eigen gebruik van de woning was gemaximeerd tot 90 dagen per jaar. In 2016 had belanghebbende de woning 147 dagen verhuurd en zelf 22 dagen gebruikt.
Het geschil draaide om de vraag of de aanslag forensenbelasting terecht was opgelegd, met name of belanghebbende de woning op meer dan 90 dagen beschikbaar had gehouden voor zichzelf of zijn gezin. Het Hof oordeelde dat, ondanks de verhuurbemiddelingsovereenkomst, belanghebbende de woning niet op meer dan 90 dagen beschikbaar had gehouden voor eigen gebruik. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werden geen proceskosten toegewezen en de uitspraak werd openbaar gemaakt op 13 februari 2019.