Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Onroerend Goed Exploitatiemaatschappij "De Veenderij" B.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
“JACHTHAVENVoor elke woning is een ligplaats gereserveerd, corresponderend met huisnummer aangegeven op situatietekening. Deze ligplaats is onderdeel van de koop van de woning. (…) De exploitatie van de jachthaven berust bij de eigenaar daarvan. (…)
“Artikel 6(…)erfdienstbaarheden(…)C. Ten behoeve van het verkochte en ten laste van de naburige aan de heer [naam1] in eigendom blijvende grond en steigers wordt gevestigd het recht van overpad om vanaf het verkochte te komen van en te gaan naar de bij het verkochte behorende ligplaats over de daartoe bestemde paden en steigers. (…)
“Ten behoeve van het verkochte en ten laste van het perceel (…), hierna te noemen: het dienstbaar erf, over het bestaande aan de heer [naam1] voornoemd in eigendom toebehorende pad lopende van de Groenlandsekade te Vinkeveen, (…), de hierna gemelde erfdienstbaarheid te vestigen: het recht van weg om vanaf de openbare weg genaamd: Groenlandsekade over de eerste brug alsmede over de aan het einde van het pad liggende tweede brug over het water met een motorvoertuig te komen en te gaan van en naar de bij het verkochte behorende parkeerplaats; en voorts dat ter zake van deze erfdienstbaarheid zullen gelden de navolgende tussen hen overeengekomen bepalingen:(…)2. Het onderhoud en het schoonhouden van de weg en de verharding – die eigendom zal zijn van de eigenaar van het dienstbaar erf – is voor rekening van de eigenaar van het dienstbaar erf.”,
“DOELArtikel 31. De vereniging heeft ten doel: de behartiging van de belangen van haar leden, zomede de bevordering van de leefbaarheid in “De Veenderij II” te Vinkeveen. (…)2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door: de instandhouding en het onderhoud van een in- en aangrenzend aan “De Veenderij II” te Vinkeveen liggend complex wegen, paden, water, beplantingen, brug, parkeerruimten, centrale-antenne-installatie, leidingen, waaronder begrepen riolering, gas- en waterleidingen, alsmede van andere voorzieningen ten behoeve van “De Veenderij II” te Vinkeveen.(…)
“Een aantal bewoners hebben de kostennota’s, opgemaakt door de Heer [naam1] , niet betaald, omdat er onduidelijkheid bestaat over welke kosten nu wel of niet voor rekening van de bewoners komen.Besloten wordt, dat de Heer [naam1] voorlopige rekeningen opmaakt, die in ieder geval betaald dienen te worden. Voor het einde van dit jaar zal de Heer [naam1] verantwoording afleggen aan het Bestuur van de Vereniging. Na goedkeuring door de Vereniging kunnen de definitieve rekeningen worden opgemaakt.Voor de volgende jaren zal de penningmeester een begroting opstellen. De bedoeling is dat de bewoners dan een bedrag per kwartaal aan de Vereniging zullen overmaken.Afgesproken is, dat een beheersovereenkomst met de Hr. [naam1] zal worden gemaakt, waarin precies zal worden aangegeven waarvoor de jaarlijkse bijdrage van de steigers en de terreinen bestemd zijn en welke werkzaamheden onder deze overeenkomst vallen. De vergadering verwacht dat ook over de hoogte van die kosten een open discussie mogelijk is”
“Op uw verzoek wil ik u het volgende mededelen:Bij de verkoop van de nieuwbouw appartementen bij de “Veenderij”, zijn alle kopers en aspirant-kopers in eerste instantie verteld dat, voor 2 parkeerplaatsen alsmede het onderhoud van de omliggende terreinen een jaarlijks bedrag van circa ƒ 1.800,-- zou betaald moeten worden.Voor de oplevering is vast komen te staat dat dit ƒ 1.950,-- zou bedragen en dit is aan alle kopers vermeld.”
“In een voorgesprek medio 1995 met betrekking tot het realiseren van uw bouwplan (…) zijn door u op ons verzoek twee parkeerplaatsen per recreatiewoning beschikbaar gesteld. Omdat dit voor uw bedrijf (jachthaven, appartementenverhuur, galerie en workshopruimte) een aanmerkelijk verlies van parkeerruimte zou betekenen en dus ook van mogelijke omzet en het eigendom (en dus ook het onderhoud hiervan) bij u zou blijven rusten, is dit geschied onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat hiervoor een jaarlijkse vergoeding betaald diende te worden van f 1.800,-- per recreatiewoning aan De Veenderij B.V.Tevens werd afgesproken dat De Veenderij B.V. het beheer zou voeren over het gemeenschappelijk eigendom (paden c.q. bestrating) van de op te richten Vereniging van Eigenaren De Veenderij II, dit in verband met uw kennis van de ligging van kabels, leidingen, riool etc. tegen een vergoeding van f 2.400,-- per jaar, zijnde f 150,- per recreatiewoning/per jaar.Tezamen per recreatiewoning aldus een bedrag van f 1.950,- jaarlijks te indexeren met de normaal hiervoor gebruikelijke index.Door ons werd naar aanleiding van het bovenstaande een artikel in de verkoopbrochure opgenomen onder het hoofd: Parkeerplaatsen, waarin op het één en ander werd gewezen. Het jaarlijks parkeerbedrag is door ons bij verkoop rechtstreeks aan kopers medegedeeld (in principe via de betrokken makelaar).”
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van het hoger beroep
Voor elke woning zijn er 2 parkeer-plaatsen gereserveerd. De huur daarvan vormt een onderdeel van de servicekosten, welke via de VVE in rekening wordt gebracht.”) en de facturering voor het gebruik ervan door De Veenderij mogen verwachten dat De Veenderij aan hem twee gereserveerde parkeerplaatsen beschikbaar zou stellen waarvoor een vergoeding (in de verkoopbrochure aangeduid als “huur”) als onderdeel van de servicekosten zou moeten worden betaald. Gereserveerd kan zowel inhouden dat er een parkeerterrein is voor de bewoners waarop in beginsel het totaal aantal parkeerplaatsen waarvoor de bewoners betalen voor hen beschikbaar is, zonder dat individuele plekken per appartement of per bewoner zijn gereserveerd. De overeenkomst geldt dan als een stallingsovereenkomst. Ook kan de term gereserveerde parkeerplaats erop duiden dat per appartement (en voor zover twee parkeerplaatsen zijn afgenomen), specifieke parkeerplaatsen zijn gereserveerd, bijvoorbeeld met een aanduiding van het huisnummer. Dan gaat het om een huurovereenkomst (vgl. gerechtshof Leeuwarden 16 augustus 2011 rov. 3.2 en de daar genoemde jurisprudentie, ECLI:GHLEE:2011:3670).
5.De beslissing
uitsluitendbewijs door bewijsstukken wenst/wensen te leveren, zij die stukken op de roldatum
12 maart 2019in het geding dient brengen,
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de roldatum
26 februari 2019, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;