Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de partneralimentatie tussen een vrouw en een man na hun echtscheiding. De vrouw, verzoekster in het principaal hoger beroep, heeft verzocht om een bijdrage in haar levensonderhoud, terwijl de man, verweerder in het principaal hoger beroep, in incidenteel hoger beroep heeft verzocht om een kortere termijn voor de alimentatie. Het hof heeft vastgesteld dat de echtscheiding op 30 juli 2019 is ingeschreven en dat de vrouw recht heeft op partneralimentatie. De hoogte van de behoefte van de vrouw is vastgesteld op € 5.351,- bruto per maand, met een verlaging naar € 3.867,- bruto per maand per 1 september 2020. Het hof heeft de termijn voor de partneralimentatie beperkt tot 28 februari 2031, omdat de vrouw de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking bewust heeft vertraagd. Het hof heeft de grieven van de man en de vrouw per onderwerp besproken en heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd, waarbij de alimentatieverplichting van de man is vastgesteld en uitvoerbaar is verklaard bij voorraad.