ECLI:NL:GHARL:2019:10981

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 december 2019
Publicatiedatum
19 december 2019
Zaaknummer
200.266.587
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van faillietverklaring van Agrivalid B.V. na betaling aan schuldeisers

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de faillietverklaring van Agrivalid B.V. De rechtbank Gelderland had op 17 september 2019 Agrivalid op verzoek van [naam holding] in staat van faillissement verklaard. Agrivalid heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij zij verzocht om het vonnis te vernietigen en [naam holding] te veroordelen in de proceskosten.

Tijdens de mondelinge behandeling op 9 december 2019 is gebleken dat Agrivalid overeenstemming had bereikt met al haar schuldeisers, waaronder [naam holding], de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en Jiffy International SA, over een betaling van 80% van hun vorderingen. Deze betalingen zijn op 12 december 2019 uitgevoerd, wat heeft geleid tot de conclusie dat Agrivalid niet langer in de toestand verkeert van te hebben opgehouden te betalen.

Het hof heeft vastgesteld dat er geen andere crediteuren zijn die zich hebben gemeld en dat de schuldenaar aan de voorwaarden voor het afwijzen van de faillietverklaring voldoet. Het hoger beroep is dan ook toegewezen, het vonnis van de rechtbank is vernietigd en het verzoek tot faillietverklaring is afgewezen. De faillissementskosten zijn vastgesteld op € 9.709,02, die ten laste van Agrivalid komen, en de proceskosten zijn gecompenseerd.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.266.587
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, C/05/19/366 F)
arrest van 19 december 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Agrivalid B.V. in liquidatie,
gevestigd te Doetinchem,
appellante,
hierna: Agrivalid,
advocaat: mr. S.V. Hardonk,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam holding] Holding B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna: [naam holding] ,
advocaat: mr. A.T. de Putter.

1.Het geding in eerste aanleg

Bij vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 17 september 2019 is Agrivalid op verzoek van [naam holding] in staat van faillissement verklaard. Het hof verwijst naar dat vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Bij ter griffie van het hof op 25 september 2019 ingekomen verzoekschrift is Agrivalid in hoger beroep gekomen van het vonnis van 17 september 2019. Agrivalid heeft het hof verzocht dat vonnis te vernietigen en [naam holding] te veroordelen in de proceskosten van beide instanties en in de faillissementskosten.
2.2
Het hof heeft kennisgenomen van het verzoekschrift met bijlagen, de brief met bijlagen van 31 oktober 2019 van mr. Hardonk, het verweerschrift met bijlagen van 4 november 2019 van mr. De Putter, de brief met bijlagen van 5 december 2019 van de curator in het faillissement van Agrivalid, mr. R.W.J.M. Schuurman, het faxbericht van 6 december 2019 van mr. De Putter en het faxbericht van 6 december 2019 van mr. Hardonk.
2.3
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 december 2019, waarbij namens Agrivalid mr. Hardonk en zijn kantoorgenoot mr. E.B. Machiels zijn verschenen. Namens [naam holding] zijn [werknemers holding] verschenen, bijgestaan door mr. De Putter. Verder is de curator ter zitting aanwezig geweest. Bij de mondelinge behandeling heeft mr. Machiels e-mailcorrespondentie overgelegd met betrekking tot betalingsakkoorden van Agrivalid met haar schuldeisers [naam holding] , de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en Jiffy International SA.
2.4
Na de mondelinge behandeling heeft het hof op 13 december 2019 een faxbericht met bijlagen ontvangen van mr. Machiels en op 18 december 2019, in reactie op genoemd faxbericht, een faxbericht van de curator.

3.De motivering van de beslissing in hoger beroep

3.1
Nu ook in hoger beroep niet is gesteld of gebleken dat het centrum van de voornaamste belangen van Agrivalid zich in een andere lidstaat dan Nederland bevindt, gaat het hof, evenals de rechtbank, op grond van het bepaalde in artikel 3 van de EU Insolventieverordening uit van de bevoegdheid van de Nederlandse rechter.
3.2
Het hof stelt voorop dat een faillietverklaring kan worden uitgesproken indien summierlijk is gebleken van een ten tijde van de faillietverklaring bestaand vorderingsrecht van de aanvrager alsmede van het (thans) bestaan van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat de schuldenaar verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen.
Het bestaan van meerdere schulden is een noodzakelijke, maar niet een voldoende voorwaarde voor het aannemen van de hiervoor bedoelde toestand. Ook als aan het pluraliteitsvereiste is voldaan, dient te worden onderzocht of de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen.
3.3
Gebleken is dat alle schuldeisers van Agrivalid ( [naam holding] , de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en Jiffy International SA) hebben ingestemd met een betaling door Agrivalid van hun vordering van 80%, tegen finale kwijting. Deze betalingen heeft Agrivalid op 12 december 2019 uitgevoerd, zo volgt uit de na de mondelinge behandeling overgelegde betalingsbewijzen. Daarnaast heeft Agrivalid op die datum de kosten van de faillissementsaanvraag aan [naam holding] en de faillissementskosten aan de curator voldaan. In zijn faxbericht van 18 december 2019 heeft de curator hieraan nog toegevoegd dat zich geen andere crediteuren (dan [naam holding] en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) bij hem hebben gemeld. Het voorgaande betekent dat Agrivalid niet langer verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen.
3.4
Het hoger beroep slaagt. Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en het verzoek tot faillietverklaring zal alsnog worden afgewezen. De juistheid van de urenverantwoording van de curator is niet weersproken. Het hof zal de faillissementskosten vaststellen op € 9.709,02, zijnde het salaris van de curator (inclusief omzetbelasting) en € 308,61 aan verschotten. Het hof zal deze kosten op de voet van artikel 15 lid 3 Fw ten laste van Agrivalid brengen. Het hof ziet aanleiding om de proceskosten van het geding in hoger beroep te compenseren zoals hierna vermeld.

4.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
vernietigt het vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 17 september 2019 en, opnieuw recht doende:
wijst het verzoek tot faillietverklaring alsnog af;
stelt de faillissementskosten vast op € 9.709,02 voor salaris van de curator inclusief omzetbelasting en verschotten en bepaalt dat deze kosten ten laste van Agrivalid komen;
compenseert de kosten van het geding in hoger beroep in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.J. Engberts, H.C. Frankena en I.M. Bilderbeek en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 19 december 2019.