ECLI:NL:GHARL:2019:10335

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 december 2019
Publicatiedatum
3 december 2019
Zaaknummer
200.238.444
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een kort geding vonnis inzake dwangsommen en kostenveroordeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep in een kort geding tussen Cycleon B.V. en M. Solutions Real Estate B.V. Cycleon, de appellante, had in eerste aanleg een kort geding aangespannen tegen M. Solutions, de geïntimeerde, met betrekking tot een geschil over servicekosten, elektriciteitsverbruik en huurprijs na beëindiging van een huurovereenkomst. De rechtbank had M. Solutions bij verstek veroordeeld tot betaling van een bedrag van ongeveer € 120.000. Cycleon had vervolgens beslag gelegd op de bankrekening van M. Solutions en een verzetprocedure aangespannen. In een eerder kort geding vonnis van 6 september 2017 had de voorzieningenrechter de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis geschorst en Cycleon verboden verdere executiemaatregelen te nemen, met een dwangsom van € 100.000 en € 1.000 per dag voor overtreding.

M. Solutions stelde dat Cycleon de maximale dwangsom had verbeurd en legde executoriaal derdenbeslag op de rekening van Cycleon. Cycleon en Tempo-Team, die een vergelijkbaar geschil hadden, startten een kort geding om de opgelegde dwangsommen te schorsen en de beslaglegging op te heffen. Het hof oordeelde dat de vordering van M. Solutions inzake de dwangsom geen betrekking had op de opheffing van de beslagen, waardoor de voorzieningenrechter ten onrechte een dwangsom had verbonden aan de opheffing van de beslagen.

Het hof vernietigde het kort geding vonnis van 23 maart 2018 en wees de vorderingen van Cycleon af. Het hof compenseerde de proceskosten in eerste aanleg, waarbij elke partij haar eigen kosten droeg, en veroordeelde M. Solutions in de kosten van het hoger beroep. De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Cycleon werden vastgesteld op € 807 aan verschotten en € 1.074 aan salaris advocaat. Het arrest werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof: 200.238.444
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht: 456849)
arrest in kort geding van 3 december 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Cycleon B.V.,
gevestigd te Utrecht,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna: Cycleon,
advocaat: mr. M. Tsoutsanis,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
M. Solutions Real Estate B.V.,
gevestigd te Utrecht,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: M. Solutions,
niet verschenen.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep:
- de verstekverlening aan M. Solutions op 29 mei 2018;
- het arrest van 21 augustus 2018 waarin een comparitie van partijen is bepaald, die op 23 november 2018 is gehouden en waarbij mr. Namjesky namens M. Solutions is verschenen in de zaak aanhangig bij het hof onder zaaksnummer 200.242.553, maar niet in de onderhavige zaak.
1.2
Vervolgens heeft Cycleon op basis van de door haar overgelegde stukken arrest gevraagd en heeft het hof arrest bepaald.

2.De vaststaande feiten

Het hof gaat uit van de feiten die de rechtbank in het kortgedingvonnis van 23 maart 2018 (hierna: het KG-vonnis) onder 2.1.1 tot en met 2.1.5 heeft vastgesteld, met uitzondering van 2.1.3.

3.De verdere beoordeling van het geschil in hoger beroep

3.1
Partijen zijn sinds 2017 in een reeks van procedures met elkaar verwikkeld, welke is ingeluid met het dagvaarden door Cycleon van M. Solutions in verband met, samengevat, de afrekening van servicekosten, elektriciteitsverbruik en de hoogte van de huurprijs nadat een huurovereenkomst tussen partijen was beëindigd. Op 5 april 2017 heeft de kantonrechter M. Solutions bij verstek veroordeeld tot betaling van afgerond € 120.000. Cycleon heeft dit vonnis op 19 april 2017 aan M. Solutions doen betekenen. In mei 2017 heeft M. Solutions een door Cycleon afgegeven bankgarantie van ongeveer € 29.000 getrokken. Op 15 juni 2017 heeft Cycleon executoriaal derdenbeslag doen leggen ten laste van M. Solutions. M. Solutions heeft bij exploot van 28 juni 2017 een verzetdagvaarding doen betekenen en tevens een reconventionele vordering van afgerond € 105.000 ingesteld. M. Solutions heeft vervolgens in kort geding, onder meer, de schorsing van de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis van 5 april 2017 gevorderd en de opheffing van de gelegde beslagen. Inmiddels had zich tussen Tempo-Team Group B.V. (hierna: Tempo-Team) en M. Solutions een inhoudelijk vergelijkbaar geschil ontwikkeld, met een vergelijkbaar procesverloop. De rechtbank heeft beide zaken op de rol gevoegd. In de bodemzaak heeft op 15 februari 2019 een comparitie van partijen plaatsgevonden.
3.2
De voorzieningenrechter heeft in een KG-vonnis van 6 september 2017 de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis van 5 april 2017 geschorst totdat in de verzetprocedure tegen dat vonnis in eerste aanleg is beslist, heeft Cycleon verboden het verstekvonnis verder ten uitvoer te brengen en heeft Cycleon geboden de gelegde beslagen binnen vijf dagen na datum vonnis op te heffen op straffe van een dwangsom van € 100.000 en € 1.000 per dag dat die overtreding voortduurt, tot een maximum van € 130.000 is bereikt met veroordeling van Cycleon in de proceskosten. Cycleon heeft na dit KG-vonnis de door haar gelegde beslagen doen opheffen. Cycleon is tegen het KG-vonnis van 6 september 2017 in hoger beroep gegaan (zaaknummer bij het hof: 200.242.553).
Op gelijke datum heeft de voorzieningenrechter in de zaak tussen M. Solutions en Tempo-Team eveneens de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis van 7 juni 2017 geschorst en voor het overige gelijkluidend beslist inzake de verdere tenuitvoerlegging, opheffing beslagen en dwangsommen als in de zaak tegen Cycleon. Ook Tempo-Team heeft de door haar gelegde beslagen doen opheffen. Ook Tempo-Team is in hoger beroep gegaan van het KG-vonnis van 6 september 2017 (zaaknummer bij het hof: 200.242.558).
3.3
Bij exploot van 2 maart 2018 heeft M. Solutions Cycleon aangezegd dat zij de maximale dwangsom van € 130.000 heeft verbeurd. Op 7 maart 2018 heeft M. Solutions ten laste van Cycleon executoriaal derdenbeslag doen leggen en op 8 maart 2018 aan Cycleon betekend. Een vergelijkbare situatie heeft zich ten aanzien van Tempo-Team voorgedaan. Zowel Cycleon als Tempo-Team zijn vervolgens een KG-procedure gestart en hebben het volgende gevorderd: opheffing van het door M. Solutions gelegde executoriale derdenbeslag, schorsing van de tenuitvoerlegging van het KG-vonnis van 6 september 2017 op straffe van een dwangsom en opheffing/vermindering van de opgelegde dwangsom in dat KG-vonnis. Op 23 maart 2018 heeft de voorzieningenrechter in beide zaken uitspraak gedaan en de tenuitvoerlegging geschorst en verdere executiemaatregelen verboden van het KG-vonnis van 6 september 2017 voor zover dit een bedrag van € 100.000 overtreft.
3.4
Cycleon is met zes grieven tegen het KG-vonnis opgekomen. Ook Tempo-Team heeft hoger beroep ingesteld tegen het tegen haar uitgesproken KG-vonnis van dezelfde datum.
3.5
Het hof heeft heden arrest (met zaaknummer 200.242.553) gewezen in het hoger beroep van Cycleon tegen het KG-vonnis van 6 september 2017. In dat arrest heeft het hof geoordeeld dat de vordering van M. Solutions inzake de dwangsom geen betrekking heeft op de opheffing van de beslagen. De voorzieningenrechter heeft derhalve ten onrechte een dwangsom verbonden aan de opheffing van de beslagen nu deze niet is gevorderd in de zin van artikel 611a Rv.
3.6
De voorzieningenrechter heeft in het KG-vonnis, waarvan beroep, zijn oordeel gebaseerd op de vooronderstelling dat de dwangsomveroordeling in het KG-vonnis van 6 september 2017 ten aanzien van het opheffen van de door Cycleon gelegde beslagen terecht is uitgesproken. Uit het arrest van heden met zaaknummer 200.242.553 volgt dat dit niet het geval is. Dit betekent dat de grondslag van de uitspraak van de voorzieningenrechter in het KG-vonnis niet meer aanwezig is en om die reden het KG-vonnis moet worden vernietigd. De grieven in dit hoger beroep keerden zich ook tegen de vooronderstelling van de voorzieningenrechter ten aanzien van de opgelegde dwangsom in het KG-vonnis van 6 september 2017. Nu uit het heden uitgesproken arrest volgt dat de dwangsom geen betrekking heeft op de opheffing van de beslagen heeft Cycleon geen belang meer bij haar vordering tot schorsing en moeten haar vorderingen alsnog worden afgewezen.
3.7
De vordering van Cycleon tot opheffing van het door M. Solutions gelegde derdenbeslag heeft de voorzieningenrechter in het KG-vonnis afgewezen. Hiertegen heeft Cycleon geen grief gericht, zodat dit oordeel in stand moet worden gelaten.

4.De slotsom

4.1
Het KG-vonnis van 23 maart 2018 zal worden vernietigd en de vorderingen van Cycleon zullen alsnog worden afgewezen.
4.2
Het hof ziet aanleiding om de kosten van de eerste aanleg te compenseren, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.
4.3
Als de (overwegend) in het ongelijk te stellen partij zal het hof M. Solutions in de kosten van het hoger beroep veroordelen. De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Cycleon zullen worden vastgesteld op € 807 aan verschotten (dagvaarding € 81 en griffierecht € 726) en aan salaris advocaat € 1.074 (1 punt x tarief II).

5.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep in kort geding:
vernietigt het vonnis in kort geding van 23 maart 2018 van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, en doet opnieuw recht,
wijst de vorderingen van Cycleon af;
bepaalt dat iedere partij haar eigen kosten in eerste aanleg draagt;
veroordeelt M. Solutions in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Cycleon vastgesteld op € 807 voor verschotten en op € 1.074 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. Ch.E. Bethlem, D. Stoutjesdijk en A.S. Gratama, en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 3 december 2019.