Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep
3.De slotsom
€ 939,-
€ 1.978,-
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep van Hoist Portfolio Holding Ltd. tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter Utrecht. De zaak betreft de echtheid van een brief van een incassobureau, die door Hoist als vervalst wordt betiteld. Het hof had eerder een comparitie gelast waarbij de geïntimeerde, die de brief in kwestie had moeten meenemen, niet is verschenen. Dit leidde tot de conclusie dat de geïntimeerde de stelling van Hoist niet kon ontkrachten. Het hof oordeelt dat de stelplicht en bewijslast met betrekking tot de echtheid van de brief bij de geïntimeerde ligt. De geïntimeerde had geen verweer gevoerd tegen de hoogte van het gevorderde bedrag, wat leidde tot toewijzing van de vordering van Hoist tot betaling van € 23.246,55, vermeerderd met wettelijke rente. Het hof vernietigt het eerdere vonnis en wijst de vordering van Hoist toe, waarbij de geïntimeerde ook in de proceskosten wordt veroordeeld. De beslissing is genomen op 3 december 2019.