Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezamenlijk gezag van ouders over hun minderjarige kind. De vader, die psychische kwetsbaarheden vertoont, verzocht om de bestreden beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, die het gezamenlijk gezag had beëindigd, te vernietigen. De moeder, die op een geheim adres woont, verzocht om bekrachtiging van de beschikking. Het hof oordeelde dat er een onaanvaardbaar risico bestond dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders, en dat er geen minimaal vermogen tot communicatie tussen de ouders aanwezig was. De vader had zich wispelturig en onvoorspelbaar gedragen, wat het vertrouwen van de moeder in hem had aangetast. Het hof concludeerde dat het in het belang van het kind noodzakelijk was om het gezag van de vader te beëindigen en de moeder alleen met het gezag te belasten. De beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd.