Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep,
Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De ouders, de vader en de moeder, hebben hoger beroep ingesteld tegen de beschikkingen van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel van 15 april 2019 en 23 april 2019, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing werd verleend en verlengd. De grootouders, die als belanghebbenden zijn aangemerkt, hebben ook hun bezwaren geuit tegen de uithuisplaatsing.
Het hof heeft vastgesteld dat de grootouders, die een belangrijke rol in het leven van de kinderen hebben gespeeld, rechtens belanghebbenden zijn in deze procedure. De ouders hebben verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te vernietigen en de kinderen terug te plaatsen bij de grootouders. De GI heeft echter gesteld dat de veiligheid van de kinderen niet kon worden gewaarborgd en dat de uithuisplaatsing noodzakelijk was.
Het hof heeft de rechtmatigheid van de eerdere beschikkingen beoordeeld en geconcludeerd dat de kinderrechter op goede gronden heeft besloten tot de uithuisplaatsing. De ouders en grootouders hebben onvoldoende samengewerkt met de GI, wat de terugplaatsing van de kinderen bemoeilijkt. Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikkingen bekrachtigd, waarbij de machtiging tot uithuisplaatsing in een neutraal pleeggezin is verlengd voor de duur van de ondertoezichtstelling.