Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot partneralimentatie van de vrouw, die na de echtscheiding in 2014 een bijdrage van de man van € 750,- per maand verlangt. De vrouw stelt dat zij niet in haar levensonderhoud kan voorzien, terwijl de man verweer voert en stelt dat de vrouw afstand heeft gedaan van haar recht op alimentatie en dat haar gedrag grievend is. Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Overijssel van 11 januari 2018, waarin het verzoek van de vrouw werd afgewezen. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 september 2018 is de vrouw niet verschenen, wat haar positie verzwakte. Het hof oordeelt dat de vrouw onvoldoende heeft aangetoond dat zij behoefte heeft aan de gevraagde bijdrage. De man heeft zijn stellingen over het grievende gedrag van de vrouw niet voldoende onderbouwd, maar het hof concludeert dat dit niet leidt tot een onaanvaardbare situatie voor de vrouw om alimentatie te verlangen. De vrouw heeft niet aangetoond dat zij niet in staat is om haar verdiencapaciteit te benutten, en haar verzoek om partneralimentatie wordt afgewezen. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank.