Uitspraak
[appellant],
GPB,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“Huur over het huurobject aan [a-straat 1] te [A] over januari en februari 2015”. Aan het slot van de factuur is vermeld:
“Gaarne betaling binnen 14 dagen (…)”.Dit bedrag van € 32.500,- (exclusief btw) is onbetaald gebleven.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
grief 1betoogt [appellant] dat hem ten onrechte nader bewijs is opgedragen van zijn stelling dat de huurovereenkomst per ultimo december 2014 is geëindigd en dan ontruimd diende te zijn. [appellant] is het verder niet eens met de waardering van het bewijs door de kantonrechter en de uitkomst daarvan. Daar heeft
grief 2betrekking op. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
grief 3klaagt [appellant] over het oordeel dat GPB het bij factuur van 15 december 2014 in rekening gebrachte bedrag van € 39.325,- inclusief btw (ofwel de in het stuk van 1 november 2014 bedoelde tweede termijn van € 32.500,- exclusief btw) niet is verschuldigd.