Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
4.De slotsom
(1 procespunt x appeltarief II a € 1.074 per punt).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 november 2018, gaat het om een kort geding waarin de appellant, [appellante], in hoger beroep is gekomen tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de opheffing van een conservatoir beslag dat door [appellante] was gelegd op de onroerende zaak van [geïntimeerde]. De voorzieningenrechter had geoordeeld dat het beslag nietig was vanwege een te late betekening van het beslagexploot. In hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat de betekening van het beslagexploot tijdig was, maar dat het beslag niet kan herleven omdat de onroerende zaak inmiddels aan een derde was geleverd. Het hof oordeelt dat de gewijzigde rechtstoestand moet worden geëerbiedigd, wat betekent dat het beslag niet kan worden hersteld. De appellant heeft ook een proceskostenveroordeling in eerste aanleg aangevochten, wat het hof relevant acht voor de beslissing. Uiteindelijk bekrachtigt het hof het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelt [appellante] in de kosten van het hoger beroep.