ECLI:NL:HR:2008:BC9351

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C07/038HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing conservatoir beslag en gevolgen van tussentijdse overdracht van beslagen goed

In deze zaak heeft Forward Business Parks 2000 N.V. (hierna: Forward) cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de opheffing van een conservatoir beslag dat door verweerders was gelegd op onroerend goed, de zogenaamde Stergronden. Forward had in kort geding gevorderd om het beslag op te heffen, wat door de voorzieningenrechter werd toegewezen. Echter, in hoger beroep heeft het hof deze beslissing vernietigd en de vorderingen van Forward afgewezen. Het hof oordeelde dat niet summierlijk was gebleken van de ondeugdelijkheid van het door verweerders ingeroepen recht.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de opheffing van het beslag bij een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis niet automatisch leidt tot een wijziging in de rechtstoestand van het beslagen goed. De Hoge Raad oordeelde dat de overdracht van het beslagen goed aan derden, in dit geval SADC en Televerde, niet in de weg staat aan de herleving van het beslag na vernietiging van het opheffingsvonnis, mits de wijzigingen in de rechtstoestand van het goed geëerbiedigd worden. De Hoge Raad concludeerde dat de vorderingen van Forward niet gegrond waren en heeft het cassatieberoep verworpen.

De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de rechtspraktijk, vooral met betrekking tot de gevolgen van de opheffing van conservatoir beslag en de bescherming van derden die onroerend goed verwerven dat onder beslag ligt. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de verweerders begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

5 september 2008
Eerste Kamer
Nr. C07/038HR
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. FORWARD BUSINESS PARKS 2000 N.V.,
gevestigd te Schiphol-Rijk,
2. SCHIPHOL AREA DEVELOPMENT COMPANY N.V.,
gevestigd te Schiphol,
3. TELEVERDE B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. M. Ynzonides,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen,
2. [Verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
in zijn hoedanigheid van lasthebber van [verweerder 3],
3. [Verweerder 3],
wonende te [woonplaats], Brazilië,
4. de rechtspersoon naar vreemd recht LAFRANCA STIFTUNG,
gevestigd te Vaduz, Liechtenstein,
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. K.G.W. van Oven.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Forward c.s. en [verweerder] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Forward heeft bij exploot van 14 februari 2005 [verweerder] c.s. in kort geding gedagvaard voor de voorzieningenrechter te Amsterdam en gevorderd, kort gezegd, primair de conservatoire beslagen ten laste van Forward op te heffen en subsidiair de beslagen te beperken en veroordeling van [verweerder] c.s. om zekerheid te stellen.
[Verweerder] c.s. hebben de vorderingen bestreden.
De voorzieningenrechter heeft bij vonnis van 17 maart 2005 het conservatoir beslag van [verweerder] c.s. opgeheven en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen dit vonnis hebben [verweerder] c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Forward heeft een incidentele vordering ingesteld. Bij tussenarrest van 28 juli 2005 heeft het hof die vordering afgewezen.
Het hof heeft bij tussenarrest van 23 februari 2006 Schiphol Area Development Company N.V. (hierna: SADC) en Televerde toegestaan zich te voegen aan de zijde van Forward.
Na pleidooi heeft het hof bij eindarrest van 7 september 2006 het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd en, opnieuw rechtdoende, de vorderingen van Forward alsnog afgewezen.
Het eindarrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindarrest van het hof hebben Forward c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Verweerders in cassatie onder 2, 3 en 4, hierna ook: [verweerders 2 t/m 4], hebben geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. Tegen [verweerder 1] is verstek verleend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Forward c.s. mede door mr. E.D. van Geuns, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot vernietiging en afdoening als weergegeven onder 2.20.
3. Beoordeling van het middel
3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Forward houdt zich bezig met de ontwikkeling van bouwprojecten (kantoorparken) op voormalige agrarische gronden in de omgeving van Schiphol.
(ii) In oktober 1991 hebben [verweerder] c.s. voor een bedrag van ruim ƒ 3.600.000,-- geïnvesteerd in aandelen in het kapitaal van de rechtsvoorgangster van Forward.
(iii) Bij dagvaarding van 19 maart 1998 hebben [verweerder] c.s. een vordering ingesteld tegen Forward, strekkende onder meer tot ontbinding van de in oktober 1991 gesloten overeenkomst en/of tot schadevergoeding wegens wanprestatie dan wel onrechtmatige daad.
(iv) Op 18 januari 1999 hebben [verweerder] c.s. ter verzekering van het verhaal van deze vordering ten laste van Forward conservatoir beslag gelegd op de zogeheten Stergronden.
(v) Op 14 juli 1999 heeft Forward de Stergronden geleverd aan SADC en (de rechtsvoorgangster van) Televerde. Deze zijn ook thans nog eigenaar van die gronden.
(vi) Bij vonnis van 15 september 2004 heeft de rechtbank de aan het beslag ten grondslag liggende vordering van [verweerder] c.s. afgewezen. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld; daarop was ten tijde van de uitspraak van het thans bestreden arrest nog niet beslist.
3.2 Forward vordert in dit kort geding primair opheffing van voormeld conservatoir beslag. De voorzieningenrechter heeft bij vonnis van 17 maart 2005 het beslag uitvoerbaar bij voorraad opgeheven. In hoger beroep heeft het hof dit vonnis vernietigd en de vordering van Forward alsnog afgewezen. Het hof heeft die beslissing doen steunen op zijn oordeel dat niet summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van het door [verweerder] c.s. ingeroepen recht. Het heeft voorts onder meer het volgende overwogen.
"4.10. Dat [verweerder] c.s. in de gegeven omstandigheden geen belang hebben bij hun vordering in hoger beroep, zoals van de zijde van Forward wordt betoogd, kan niet als juist worden aanvaard, reeds omdat [verweerder] c.s. in eerste aanleg zijn veroordeeld in de kosten van het geding en er belang bij hebben dat het vonnis in zoverre wordt vernietigd.
Daarbij komt dat de gronden reeds geruime tijd vóór de opheffing van het beslag in eigendom waren overgedragen aan de thans rechthebbenden SADC en Televerde en derhalve van een te eerbiedigen wijziging in de rechtstoestand van het beslagen goed na de opheffing van het beslag zoals die zich voordeed in de zaken waarin [de Hoge Raad] in 1996 en 2000 uitspraak deed (respectievelijk NJ 1996, 434 en NJ 2001, 388) geen sprake is. Uit het door de Hoge Raad aanvaarde uitgangspunt dat een bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis opgeheven beslag door vernietiging van dat vonnis in appel in beginsel herleeft volgt immers dat de opheffing van het beslag op zichzelf niet reeds als een te eerbiedigen wijziging in de rechtstoestand kan worden aangemerkt. (...)"
3.3.1 Het middel richt zich tegen het oordeel van het hof omtrent de herleving van het beslag (rov. 4.10, tweede alinea). Het middel klaagt dat het hof heeft miskend dat in een situatie als de onderhavige, waarin achtereenvolgens sprake is van (i) beslag op onroerend goed, (ii) levering van dat in beslag genomen onroerend goed aan derden en (iii) uitvoerbaar bij voorraad verklaarde opheffing van dat beslag door de voorzieningenrechter, gevolgd door doorhaling van het beslag bij het Kadaster, sprake is van een wijziging in de rechtstoestand van dat beslagen onroerend goed die in de weg staat aan de latere herleving van het beslag als gevolg van vernietiging van het oordeel van de voorzieningenrechter en alsnog afwijzing van de vordering tot opheffing van het beslag. SADC en Televerde, die aanvankelijk de eigendom van de Stergronden verkregen belast met een beslag, verkrijgen als gevolg van de uitvoerbaar bij voorraad verklaarde opheffing alsnog de onbelaste eigendom, aldus nog steeds het middel.
3.3.2 Een beslag als het onderhavige leidt niet tot beschikkingsonbevoegdheid van degene ten laste van wie het beslag is gelegd, en staat dus ook niet in de weg aan overdracht van het beslagen goed aan een derde, maar brengt wél mee dat een vervreemding of bezwaring, tot stand gekomen na het beslag, ingevolge art. 505 lid 2 Rv. niet tegen de beslaglegger kan worden ingeroepen.
3.3.3 Opheffing van het beslag bij of ingevolge een bij voorraad uitvoerbaar vonnis strekt ertoe de beslagene volledig te herstellen in zijn bevoegdheid het goed te vervreemden of te bezwaren. Daarom verkrijgt de derde die - zoals in het onderhavige geval SADC en Televerde - na de beslaglegging de eigendom van het beslagen goed heeft verkregen, derhalve met de beperking als hiervoor bedoeld, door de uitvoerbaar bij voorraad verklaarde opheffing van het beslag alsnog de eigendom van dat goed zonder die beperking.
3.3.4 Wordt in hoger beroep het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde, tot opheffing van het beslag strekkende vonnis vernietigd, dan herleeft het beslag, echter met dien verstande dat wijzigingen in de rechtstoestand van het beslagen goed in de periode tussen de opheffing en de vernietiging moeten worden geëerbiedigd (HR 23 februari 1996, nr. 15886, NJ 1996, 434).
3.3.5 Is het beslagen goed, zoals in de onderhavige zaak, na de beslaglegging aan een derde overgedragen en daardoor uit het vermogen van de beslagene verdwenen, dan volgt uit het vorenstaande dat de vervreemding wel tegen de beslaglegger kan worden ingeroepen. Als dit anders zou zijn, zou de wijziging in de rechtstoestand van het beslagen goed die door de opheffing van het beslag intrad, daarin bestaande dat de derde alsnog de onbezwaarde eigendom van het overgedragen goed verkreeg, immers niet worden geëerbiedigd.
3.4 De opheffing van het beslag op de Stergronden bracht derhalve mee dat SADC en Televerde de onbelaste eigendom daarvan hebben verkregen. Het beslag is in zoverre door de vernietiging van het opheffingsvonnis niet herleefd. Door anders te oordelen heeft het hof blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting.
3.5 De gegrondheid van het middel leidt evenwel niet tot cassatie, nu de bestreden overweging ten overvloede is gegeven.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Forward c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders 2 t/m 4] begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 5 september 2008.