In deze zaak, die zich uitstrekt over meerdere jaren, heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 november 2018 een eindarrest gewezen in een hoger beroep betreffende een opfokovereenkomst voor geiten. De appellant, een opfokker, werd verweten tekort te zijn geschoten in de zorg voor de lammeren, wat leidde tot een verhoogde ziekte-uitval. Het hof baseerde zijn oordeel op een deskundigenrapport dat aantoont dat de lammeren onvoldoende melk hebben gekregen, wat hun vatbaarheid voor ziekten vergrootte. De deskundige concludeerde dat de primaire oorzaak van de ziekteverschijnselen niet-infectieus was, met ernstige ondervoeding als gevolg van een tekort aan melkpoeder. Dit tekort was naar schatting 26% lager dan de minimale behoefte van de lammeren, wat resulteerde in een hoge uitval. Het hof oordeelde dat de appellant niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht had genomen en toerekenbaar tekortgeschoten was in zijn verplichtingen. De schade die voortvloeide uit deze tekortkomingen werd begroot op € 74.000,-, waarvan 10% voor rekening van de geïntimeerden kwam. Uiteindelijk werd de appellant veroordeeld tot betaling van € 31.240,52 aan de geïntimeerden, vermeerderd met wettelijke rente. Het hof bekrachtigde het vonnis voor het overige en veroordeelde de appellant in de kosten van het hoger beroep.