Uitspraak
[appellant] ,
[geïntimeerde] ,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om een hoger beroep van [appellant], h.o.d.n. Autohandel [appellant], tegen [geïntimeerde], h.o.d.n. Autobedrijf 't Loo'. De zaak betreft een geschil over de bewijsvoering van een contante betaling die door [geïntimeerde] zou zijn gedaan. In een eerder arrest van 13 maart 2018 had het hof geoordeeld dat [geïntimeerde] het bewijs van de betaling had geleverd, maar dat dit oordeel kon wijzigen indien [appellant] aanvullend tegenbewijs zou leveren. Op 27 september 2018 vond een getuigenverhoor plaats, waarbij [appellant] getuige [C] wilde laten horen om haar eerdere verklaring te betwisten. [C] verklaarde dat zij op de datum van de betaling in dienst was bij [geïntimeerde] en ontkende dat haar geld was beloofd voor een valse verklaring. Het hof oordeelde dat de verklaring van [C] geen aanvullend tegenbewijs opleverde en bevestigde dat [geïntimeerde] de betaling had bewezen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde [appellant] in de kosten van het hoger beroep, vastgesteld op € 718,- aan griffierecht en € 2.685,- aan advocaatkosten. Het arrest werd uitgesproken op 23 oktober 2018.