ECLI:NL:GHARL:2018:9086

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
16 oktober 2018
Publicatiedatum
16 oktober 2018
Zaaknummer
200.220.393/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurzaak over geluidsoverlast en bewijsopdracht in hoger beroep

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 oktober 2018, staat de huurrelatie tussen de Stichting De Alliantie en de echtgenoten [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] centraal. De Alliantie heeft in hoger beroep de ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd, omdat de huurders structureel ernstige geluidsoverlast zouden veroorzaken. De zaak is een vervolg op eerdere vonnissen van de kantonrechter, waarin de vorderingen van De Alliantie waren afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat er herhaaldelijk klachten zijn ontvangen van buren over geluidsoverlast, waaronder schreeuwende kinderen en harde stemmen, en dat deze klachten zijn bevestigd door geluidmetingen. Het hof overweegt dat de huurder verantwoordelijk is voor de overlast veroorzaakt door zijn gasten en dat de frequentie van de ontvangst van grote gezelschappen in de woning niet aanvaardbaar is. De Alliantie heeft de huurders herhaaldelijk aangesproken op de overlast, maar de huurders hebben geen effectieve maatregelen genomen om deze te beperken. Het hof laat de huurders toe tegenbewijs te leveren tegen de voorshands bewezen stelling van De Alliantie dat zij vanaf 2012 structureel ernstige geluidsoverlast hebben veroorzaakt. De beslissing om het tegenbewijs te leveren is vastgesteld voor een zitting op 13 november 2018.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.220.393
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie [A] 5539695)
arrest van 16 oktober 2018
in de zaak van
de stichting
Stichting De Alliantie,
gevestigd te Hilversum,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in voorwaardelijke reconventie,
hierna:
De Alliantie,
advocaat: mr. D.L. van Praag,
tegen:

1.[geïntimeerde1] ,

2. [geïntimeerde2] ,
echtelieden, wonende te [A] ,
geïntimeerden,
in eerste aanleg: gedaagden in conventie en eisers in voorwaardelijke reconventie,
hierna afzonderlijk te noemen:
[geïntimeerde1]en
[geïntimeerde2],
en gezamenlijk (in mannelijk enkelvoud):
[geïntimeerden],
advocaat: mr. J. Knaap.

1.Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van
22 februari 2017 en 17 mei 2017 die de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere (hierna: de kantonrechter) heeft gewezen.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep van 25 juli 2017,
- de memorie van grieven (met producties),
- de memorie van antwoord (met een productie),
- een akte met producties van De Alliantie,
- de pleidooien overeenkomstig de pleitnotities,
- de brief van mr. Knaap van 1 oktober 2018 met enkele opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal van het pleidooi.
2.2
Na afloop van de pleidooien heeft het hof arrest bepaald.
2.3
De Alliantie vordert in hoger beroep – samengevat – vernietiging van het vonnis van 17 mei 2017 en bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, de huurovereenkomst met betrekking tot de woning aan de [a-straat] 45 te [A] te ontbinden, met veroordeling van [geïntimeerden] tot ontruiming en in de proceskosten.

3.De vaststaande feiten

3.1
Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.19 van het bestreden vonnis. Aangevuld met feiten waar in hoger beroep eveneens van kan worden uitgegaan en rekening houdende met wat De Alliantie in
grief Iheeft aangevoerd over de door de kantonrechter vastgestelde feiten, zijn de feiten, voor zover in hoger beroep van belang, als volgt.
3.2
De Alliantie verhuurt haar woning aan de [a-straat] 45 te [A] aan [geïntimeerden] . De huurovereenkomst is met de rechtsvoorganger van De Alliantie per 10 maart 1983 aangegaan.
3.3
[geïntimeerde1] bewoont die woning thans samen met zijn echtgenote, een zoon en een dochter. [geïntimeerde1] heeft echter in totaal 12 kinderen en verschillende kleinkinderen. Deze kinderen en hun gezinnen bezoeken [geïntimeerden] geregeld in zijn woning.
3.4
Sinds medio 2011 verhuurt De Alliantie de aangrenzende, geschakelde woning op de [a-straat] 46 aan [B] .
De familie [C] bewoont sinds 2003 de eveneens aan de woning van [geïntimeerden] grenzende koopwoning aan de [a-straat] 44.
[B] en [C] zijn de directe buren van [geïntimeerden] .
De familie [D] huurt van De Alliantie de hoekwoning op het adres [a-straat] 43. Die woning grenst aan de woning van [C] .
3.5
Vanaf 2012 ontvangt De Alliantie herhaaldelijk klachten van [B] over frequente geluidsoverlast veroorzaakt door visite van [geïntimeerden] . De klachten zien hoofdzakelijk op overlast van schreeuwende kinderen, slaande deuren, harde stemmen overdag, ‘s avonds en ‘s nachts. Naar aanleiding van de klachten is [geïntimeerden] op
15 maart 2012 aangeschreven door De Alliantie met het verzoek geen overlast of hinder te veroorzaken.
3.6
Op initiatief van De Alliantie is in september 2012 buurtbemiddeling ingeschakeld tussen [B] en [geïntimeerden] . Dit heeft niet geleid tot een afname van de klachten van [B] . In een e-mail van 18 november 2012 aan De Alliantie schrijft [B] onder meer:
“Ondanks de buurtbemiddeling tussen mijn buren op nr 45 en ons op dinsdag 25 september 2012, is er qua geluidsoverlast niet heel erg veel veranderd. Tot 11 oktober was het beduidend rustiger (niet geheel stil) maar vanaf die datum is het gedaan met de rustigere perioden. (…)
De overlast bestaat dan ook voornamelijk uit continue geren, gestamp en gegil van de (kleine) kinderen, met grote regelmaat tot minimaal 22u en bij visites bij hen tot na 23u (ondanks verzoeken tot stilte) (…)Toegegeven, er is sinds de buurtbemiddeling een lichte verbetering gekomen maar het is met zeer grote regelmaat nog ontzettend hinderlijk.
Ik moet het geluid van de tv in de woonkamer harder zetten en indien in de slaapkamer....dan wordt slapen door de herrie voor mij bemoeilijkt.”
3.7
[B] heeft over de periode mei 2012 tot en met oktober 2014 een logboek bijgehouden met incidenten van geluidsoverlast. In het dagboek heeft [B] een groot aantal notities gemaakt over door haar ondervonden geluidsoverlast van [geïntimeerden] , waaronder bij wijze van voorbeelden de volgende:
“Eind december politie ivm geluidsoverlast na herhaaldelijk verzoeken tot rust. Hun antwoord zij wonen hier al 27 jr als het mij niet bevalt moet ik maar verhuizen.
Nu ook weer overlast op 1 maart 2012. Politie gebeld. Zaterdagavond waren de Marokkaanse buren weer langdurig luidruchtig middels de schreeuwende en stampende kleine kinderen na 23u. En dat gedurende de schoolvakantie week.
Heb er nu schoon genoeg van.”
8092012
23.30u kinderen op nr 45 zijn weer langdurig aan t schreeuwen en stampen en buren smijten met de deuren.
Overal maling aan!
18092012
Alweer dgn geluidsoverlast door #45.
Kinderen mogen daar te keer gaan door het huis.
's Avonds laat (na 23u) bij verlaten achterkant huis praten ze net zo hard als overdag, laten ze automotoren draaien en houden ook dan geen rekening met de naaste buren.
15072013-21072013
Hele week al, eigenlijk vanaf begin ramadan 's avonds laat tot middernacht en ruim daarna, kabaal op 45.
[geïntimeerde1] en gezin op vakantie, vertrekken met veel bombarie om 4.40u s ochtends, hoop luid gepraat en deuren van auto's dicht.
Daarna trekt een deel van de uitwonende gezinsleden met luid schreeuwende, krijsende, stampende kinderen in het huis. Van 's ochtends tot 's avonds laat gaat dit door. Werkelijk schaamteloos!
27092013 ff voor 20u zet ik de tv maar weer harder, hoef niet uit te leggen waarom!
Ze schreeuwen er weer lustig op los! Klote lui!
21.1
u men stampt en schreeuwt er weer op los op 45, op dit moment kijk ik blackhawkdown....agressie groeit!
21.37
u kinderen op 45 schreeuwen er op los
Men is ook na 22u zo luid op 45, ik laat de tv nu maar eens harder aan staan
22.47u....men schreeuwt er op 45 nog flink op los! Aso’s gaan om 23.45u nog steeds stampend en
bonkend door het huis! Slapen zal ik zo niet hoeven proberen
7012014
Na een paar dagen acute stilte is het weer hopeloos mis aan de andere kant van de muur!
Schreeuwen en stampen van rennende kinderen door het huis en ik kan mijn tv weer eens niet op normale stilte horen.
Net vanmiddag tegen ma gezegd dat het nu een past dagen angstvallig stil was! Had ik nou maar niks gezegd...pfff
22.30u nog herrie aan de andere kant, te horen in mijn slpkmr, niks slapen zo dus,
11012014/12012014
Na middernacht ruw opgeschrikt uit de slaap door keihard geluid bij de buren.
Hard geschreeuw, deurensmijterijen daarna met de auto deuren. Auto met volgas weg.
Uren wakker gelegen door zooitje buren.
21.55
u lig ik in bed maar de buren zijn nog erg luidruchtig bezig!
3.8
Op 23 juni 2014 heeft mevrouw [C] voor het eerst bij De Alliantie geklaagd over geluidsoverlast van [geïntimeerden] . In haar brief schrijft zij onder meer:
“Wij wonen al 13 jaar op [a-straat] 44 en al die tijd hebben we overlast van de naaste buren op nummer 45.
Wij hebben al verschillende keren bij hun aangegeven wat wij als overlast ervaren:
- klachten over auto's parkeren;
-alle fietsen/motors/troep tegen de schutting leggen, resultaat: schutting krom;
-de bal regelmatig tegen het raam, kinderen die op onze schuur klimmen (we hebben een koophuis) en urenlang de bal tegen onze schuur schoppen;
- het lawaai, overdag maar ook 's nachts.
(…) Een tijdje ging het redelijk goed maar de laatste paar maanden is het weer als vanouds, zelfs nog erger want nu komen de 8 kleinkinderen nog bij. We hebben overdag last maar ook 's nachts. Als ouders hun kinderen na 12 uur 's nachts komen halen hoor ik ze schreeuwen tegen elkaar en zelfs voetballen in de tuin en parkeerplek.
(…) Ik heb meermalen met ze gepraat, ze hebben alle klachten gehoord en toch houden ze daar geen rekening mee.
Ik denk dat met ze praten niet meer werkt. Ik zelf kan daar niets meer aan doen. Jullie wel. Vandaar mijn klacht.”
3.9
Op 29 december 2014 heeft na inschakeling van het Ombudsteam [A] een bemiddelingsgesprek plaatsgevonden in het gemeentehuis te [A] waarbij de volgende afspraken zijn gemaakt tussen [B] en [geïntimeerden] :
"• de familie [geïntimeerden] zal geen afscheid van familie of vrienden nemen voor de deur, maar in huis.
• als er kinderen/kleinkinderen of familie op bezoek zijn zullen die voor 22.00 uur vertrekken of de rusttijden in acht nemen en daar rekening mee houden.
• de familie [B] zal - als er geluidsoverlast ervaren wordt - niet de politie inschakelen maar actief contact zoeken met de familie [geïntimeerden] .
• de familie [B] heeft aangegeven dat zij liever in gesprek met de familie [geïntimeerden] blijven en daardoor de onderlinge verstandhouding te verbeteren, dan de burenrechter of de politie in te schakelen. Ook de familie [geïntimeerden] geeft aan dat zij liever de onderlinge verstandhouding willen verbeteren door in gesprek met de familie [B] te blijven.
• het contact kan via de oudste zoon [E] verlopen, hij heeft zijn telefoonnummer gegeven maar hij is ook bereikbaar thuis op [b-straat 1] .
• [E] zal als bemiddelaar optreden als blijkt dat familieleden geen gehoor geven aan het verzoek van de familie [B] om de rusttijden in acht te nemen of als er geluidsoverlast is door kinderen die op de trap springen of onophoudelijk schreeuwen.
• [E] gaat zijn familieleden hierover informeren en hij gaat er van uit dat zij zich aan deze afspraken zullen houden.
• in het gezamenlijke gesprek is naar voren gekomen dat er soms twijfel ontstaat hoe te handelen. Er is in dat kader afgesproken om goed na te denken over "hoe kan ik, in een bepaalde situatie, gezond en correct handelen".
3.1
[B] en ook [C] hebben nadien opnieuw herhaaldelijk bij De Alliantie geklaagd over geluidsoverlast van [geïntimeerden] .
3.11
Op verzoek van De Alliantie heeft het bedrijf Geluidconsult B.V. geluidmetingsapparatuur in de woning van [B] geïnstalleerd en [B] in de gelegenheid gesteld daarmee opnamen te maken. De opnamen zijn gemaakt in de periode van 2 mei 2016 tot en met 16 mei 2016. Geluidconsult heeft de metingen geanalyseerd en in een rapport vastgelegd.
Het rapport vermeldt als bevindingen onder meer:
“6 . Analyse en beoordeling van de meetresulaten
Op grond van de resultaten kan de volgende beoordeling worden gegeven:
6.1
Bevestiging klachten
De klachten over bonken van springen en rennen van de kinderen wordt bevestigd. In de meeste gevallen was dat op woensdagavond vrijdagavond en zondagavond en zondagnacht.
Zowel het rennen als springen overschrijden minimaal 26 maal de grenswaarden van 55 dB en minimaal 48 maal een 5 dB lagere piekwaarde. Tijdens deze bezoekuren is voortdurend het rennen en springen van de buurkinderen duidelijk te horen boven het achtergrondniveau van 25- 30 dB.
De klachten over slaande deuren worden bevestigd. Dit is duidelijk hoorbaar. Deze dreunen overschrijden meerdere malen de grenswaarden burenlawaai.
De klachten over stemgeluiden worden wel bevestigd maar overschrijden de grenswaarden niet. (…)
Het algehele beoordelingsniveau van het lawaai van de buurman inclusief de hiervoor geldende toeslagen bedraagt 59 dB(A). Dat is 4 dB boven het normniveau van 53 dB. Doordat het een bestaand gebouw met matige geluidisolatie betreft, moeten de bewoners meer tolereren dan in een nieuwe woning. Met correctie voor de oudbouwtoeslag bedraagt de overschrijding van de burenlawaainorm 2 dB.
Dat valt in de onderstaande burenlawaaicategorie:
Burenlawaaiklasse 1 van 3: Buren tamelijk vaak duidelijk hoorbaar. Vaak enige geluidoverlast, soms ernstige geluidhinder”
3.12
De Alliantie heeft naar aanleiding van de herhaalde meldingen van geluidsoverlast veroorzaakt door [geïntimeerden] nog verschillende malen (schriftelijk) contact gehad met [geïntimeerden] en hem gemaand maatregelen te nemen om de overlast te stoppen. Op
8 september 2015 heeft De Alliantie hem meegedeeld dat er ook klachten over geluidsoverlast zijn ontvangen in de periode waarin [geïntimeerden] zelf niet aanwezig was in de woning. Ook heeft De Alliantie meegedeeld dat zij doorgaat met het opbouwen van een dossier. [geïntimeerden] heeft zich echter op het standpunt gesteld geen overlast te veroorzaken. In een brief van 12 september 2015 schrijft hij dat [B] steeds in een slachtofferrol kruipt, terwijl hij juist slachtoffer is van haar geklaag.
3.13 Bij brief van de gemachtigde van De Alliantie van 7 november 2016 wordt [geïntimeerden] een gerechtelijke procedure in het vooruitzicht gesteld.
Ook daarna blijft De Alliantie meldingen van geluidsoverlast ontvangen van [B] en [C] . In een e-mail van 9 juli 2017 beklaagt [C] zich er daarnaast over dat zij door de nog inwonende zoon van [geïntimeerden] is bedreigd. Zij schrijft in dat verband onder meer:
"Op woensdag 5 juli 2017 ben ik door de jongste zoon ( [F] ) van de buren op nummer 45 bedreigd. Ik wil hiervoor bij deze aangifte doen (ik zal dit ook via de officiële weg doen)!
Om 23:50 uur 's nachts lag ik te slapen toen ik meerdere keren de deuren van een auto hoorde dichtslaan.
Ik ben bij het raam gaan staan kijken (in de afgelopen paar maanden was er bij een auto van een buurvrouw' ingebroken en de auto van een andere buurman is afgebrand nadat deze met opzet in de brand gestoken is. Daarom ben ik extra oplettend) en ik schrok toen ik iemand hoorde schreeuwen.
Ik keek uit mijn raam naar mijn eigen auto tot ik besefte dat het geschreeuw naar MIJ toe gericht was. Mijn raam was dicht maar ik hoorde hem zeggen: "GA WEG BIJ HET RAAM WANT ANDERS...!'
Hij was boos, hij schreeuwde en hij bleef het maar herhalen.
Ik deed het raam open en zei: "Het is 12 uur snachts, jij hebt me wakker gemaakt en dan ga jij nog dreigen"
Hij ging door met schreeuwen" Ga naar binnen en doe dat raam dicht anders …."..
3.14
In mei 2017 heeft De Alliantie een melding van geluidsoverlast door [geïntimeerden] ontvangen van mevrouw [D] .
Zij schrijft:
"Donderdag 18 mei 2017 waren de buren op [a-straat] 45 flink bezig met trommels en gilgeluiden. In mijn slaapkamer was het geluid sterker dan in de huiskamer.Plusminus 21.00 uur ging ik naar bed, en merkte dat verschil van sterkteondanks dat er nog een huis tussen zit, laat staan dat je er naast woont
Leef en woongeluiden zijn normaal, maar dit niet."
In een ongedateerde brief die De Alliantie in september 2017 van mw. [D] heeft ontvangen bevestigt mw. [D] het onder 3.14 beschreven incident waarvan ook zij getuige was. Ook schrijft zij over andere overlastincidenten met de bewoners op nummer 45 en dat regelmatig de politie wordt gebeld, maar dat deze niet of te laat komt. De buurvrouw van nummer 48 durft niet te klagen, aldus mw. [D] .
3.15
De politie is naar aanleiding van overlastmeldingen van [B] herhaaldelijk ter plaatse geweest. De meeste keren heeft de politie niets geconstateerd. Diverse malen heeft zij echter heeft zij echter wel constateringen gedaan. Daaromtrent is onder meer het volgende vastgelegd.
In het mutatierapport van 14 juli 2012 is opgenomen dat geluidshinder om 0.15 uur is geconstateerd bestaande uit huilende kinderen en hard praten.
In het mutatierapport van 30 november 2013 is opgenomen dat om 20.21 uur schreeuwen en stampen is waargenomen.
In het mutatierapport van 29 maart 2014 is geluidsoverlast door visite geconstateerd.
In het mutatierapport van 15 november 2014 is opgenomen dat vanaf de openbare weg een aantal woningen verwijderd van [a-straat] 45 al leefgeluiden afkomstig uit die woning werden gehoord.
In het mutatierapport van 29 april 2018 is opgenomen dat er een behoorlijke herrie uit de woning kwam, meerdere huilende kinderen en luidsprekende mensen.
4. Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.1
De Alliantie heeft in eerste aanleg in conventie – samengevat – de ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd met veroordeling van [geïntimeerden] tot ontruiming. De Alliantie
heeft aan die vordering ten grondslag gelegd dat [geïntimeerden] vanaf 2012 structureel ernstige geluidsoverlast veroorzaakt voor zijn directe buren. Hij schiet daarmee zodanig tekort in de nakoming van zijn verplichtingen als huurder dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is.
4.2
[geïntimeerden] heeft betwist geluidsoverlast te veroorzaken. Volgens hem is sprake van een fixatie van [B] op geluiden vanuit zijn woning. Voor het geval ontruiming wordt toegewezen vordert hij in reconventie De Alliantie te veroordelen tot het tijdig aanbieden van gelijkwaardige alternatieve woningen.
4.3
De kantonrechter heeft in het besteden vonnis de vorderingen van De Alliantie afgewezen. Hij heeft daartoe overwogen dat onvoldoende objectief is vast te stellen dat sprake is van zodanige geluidsoverlast dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is.

5.De motivering van de beslissing in hoger beroep

5.1
De Alliantie is in hoger beroep gekomen onder aanvoering van vier grieven.
5.2
In
grief Iklaagt De Alliantie erover dat de kantonrechter in zijn feitenoverzicht niet heeft vermeld dat [C] al in 2014 heeft geklaagd over overlast.
Het hof heeft dat feit in zijn feitenvaststelling opgenomen.
Overigens wordt opgemerkt dat de rechter niet gehouden is om alle feiten die tussen partijen zijn komen vast te staan te vermelden, maar vrij is in zijn keuze daarin.
5.3
In
grief IIkomt De Alliantie op tegen het oordeel van de kantonrechter dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van het door [geïntimeerden] veroorzaken van geluidsoverlast in een mate die ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De grief beoogt de vraag of daarvan wel sprake is in volle omvang voor te leggen.
5.4
Het hof stelt voorop dat op grond van artikel 7:213 BW een huurder verplicht is zich ten aanzien van het gebruik van de gehuurde zaak als een goed huurder te gedragen. Dit betekent niet alleen dat hij voor de zaak zelf goed heeft te zorgen, maar ook dat hij zich zodanig gedraagt dat aan derden die zich in de omgeving van het gehuurde bevinden geen overlast wordt bezorgd. Daartoe behoort ook de verplichting om voor (directe) buren geen geluidsoverlast te veroorzaken. Het niet voldoen aan die verplichting vormt een tekortkoming van de huurder in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst en kan, afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, grond opleveren voor ontbinding van de huurovereenkomst op vordering van de verhuurder. Het moet daarbij wel gaan om structurele en ernstige geluidsoverlast: geluid veroorzaakt in een mate en/of op tijdstippen en/of op een wijze die afwijkt van wat in het maatschappelijk verkeer aanvaardbaar is. Gewone leefgeluiden dienen buren van elkaar te accepteren.
5.5
Deze zaak concentreert zich op geluidsoverlast die zou worden veroorzaakt door visite van [geïntimeerden] en met name zou bestaan uit luid praten, gillen, hard slaan met deuren en autoportieren, hard de trap op en af denderen en soms harde muziek (waaronder trommelen), niet alleen overdag, maar ook in de nachtelijke uren. Daarbij staat niet ter discussie dat [geïntimeerden] zelf geen geluidsoverlast veroorzaakt. Echter, [geïntimeerden] is ook verantwoordelijk voor overlast die wordt veroorzaakt door zijn gasten (art. 7:219 BW). Hij heeft niet weersproken dat hij gemiddeld drie maal per week een groot familiegezelschap met kleine kinderen ontvangt.
5.6
Indien de (jarenlang) door [B] geuite klachten over geluidsoverlast veroorzaakt door gasten van [geïntimeerden] in en rondom zijn woning terecht zijn, is naar het oordeel van het hof sprake van zodanig ernstige en structurele geluidsoverlast, dat ontbinding van de huurovereenkomst in beginsel is gerechtvaardigd.
5.7
De klachten van [B] vinden steun in de klachten die zijn geuit door [C] en [D] . Weliswaar zijn zij pas gaan klagen nadat [B] was gaan klagen, terwijl zij er al langer woonden, maar uit de eerste klachtbrief van [C] komt naar voren dat in ieder geval zij ook al veel langer overlast van [geïntimeerden] had ervaren. Dat [C] zich niet meteen tot De Alliantie heeft gewend, acht het hof alleszins begrijpelijk omdat [C] geen contractuele relatie met De Alliantie heeft.
5.8
De klachten vinden verder steun in resultaten van het geluidsonderzoek. Uit die resultaten (zie 3.11) komt naar voren dat er in de onderzoeksperiode herhaaldelijk sprake is geweest van overschrijding van geluidsgrenswaarden. Hoewel, zoals door [geïntimeerden] is aangevoerd, het hier gaat om door het bureau zelf bepaalde grenswaarden en niet volledig inzichtelijk is hoe de meetgegevens zijn verkregen ( [B] moest zelf de meetapparatuur aan- en uitzetten) heeft het hof in beginsel geen aanleiding om aan de gemeten waarden zelf te twijfelen. Daaruit komt voor het hof genoegzaam naar voren dat sprake is geweest van niet aanvaardbare geluidsoverlast, waarbij het hof opmerkt dat de geluidssterkte uitgedrukt in decibellen niet lineair maar logaritmisch toeneemt.
5.9
Tevens vinden de klachten steun in verschillende politiemutaties (zie 3.15). Ook daaruit komt naar voren dat verschillende malen geluiden in en rondom de woning zijn geconstateerd die normale leefgeluiden (ver) te boven gaan.
5.1
[geïntimeerden] heeft aangevoerd dat hij na de eerste klachten maatregelen heeft genomen om de door [B] ervaren geluidsoverlast te beperken. Volgens hem heeft hij zich gehouden aan de afspraken gemaakt na het bemiddelingsgesprek (zie 3.9), heeft hij verder verschillende vloerkleden gelegd, een zithoek verplaatst, een rooster met bezoekuren voor zijn kinderen opgesteld waarbij hij maar bezoek van één kind (met diens gezin) tegelijk zou ontvangen, en heeft hij de kleinkinderen erop aangesproken stil te zijn en voor hen daarom zelfs een netflix abonnement afgesloten.
De aanhoudende en door [C] en [D] ondersteunde klachten van [B] doen echter vermoeden dat die maatregelen, voor zover het betreft het (gedrag van het) bezoek, niet of slechts tijdelijk zijn nageleefd, terwijl de overige (beweerdelijk) genomen maatregelen maar beperkt waren en (kennelijk) niet effectief. In dat verband wordt opgemerkt dat uit de klachten het (hard) slaan met deuren als een belangrijke bron van overlast naar voren komt. Voor de hand had dan gelegen om op de deuren drangers te plaatsen. [geïntimeerden] heeft echter niet gesteld dat hij dat heeft gedaan. Verder komt uit de klachten het op en af denderen van de trap (door kleinkinderen) naar voren als een belangrijke bron van overlast. Voor de hand had dan gelegen om bezoek niet naar boven te laten gaan, althans niet zonder de schoenen uitgetrokken te hebben. Ook daarvoor geldt dat niet is aangevoerd en evenmin gebleken dat [geïntimeerden] dergelijke maatregelen heeft getroffen en op de naleving daarvan heeft toegezien.
Dat [geïntimeerden] niet daadwerkelijk en effectief maatregelen heeft genomen om de door [B] (en [C] en [D] ) ondervonden geluidshinder te beperken, past in de opstelling van [geïntimeerden] dat hij de klachten eigenlijk maar onzin vindt, voortspruitend uit een fixatie en overgevoeligheid voor geluid van [B] .
Die opstelling getuigt er niet van dat [geïntimeerden] de klachten serieus heeft genomen, terwijl dat toch wel het minste was dat van hem verlangd had mogen worden.
Het hof merkt daarbij op dat grote gezelschappen vanzelfsprekend meer (leef)geluid produceren dan kleine gezelschappen. Als naaste buur zal men overlast daarvan incidenteel hebben te accepteren, zeker als die tevoren is aangekondigd. Frequente geluidsoverlast veroorzaakt door grote gezelschappen behoort echter niet tot de leefgeluiden die men in een woonomgeving behoeft te dulden. In beginsel mag van een huurder worden verwacht dat hij de frequentie van de ontvangst van omvangrijke gezelschappen beperkt. Wie toch geregeld omvangrijke gezelschappen in zijn woning ontvangt zal dan tenminste effectieve maatregelen moeten nemen die overlast daarvan voor de naaste buren voorkomt, althans beperkt tot maatschappelijk aanvaardbare proporties. Aan dat besef lijkt het bij [geïntimeerden] te hebben ontbroken. Hij lijkt zich de gevolgen die zijn leefgedrag -de geregelde ontvangst van omvangrijke gezelschappen- voor zijn omwonenden hebben niet, of in ieder geval in onvoldoende mate aangetrokken te hebben.
5.11
Het geheel overziend acht het hof voorshands, behoudens door [geïntimeerden] te leveren tegenbewijs, bewezen dat de klachten van [B] terecht zijn en dat [geïntimeerden] structureel ernstige geluidsoverlast heeft veroorzaakt voor zijn naaste buren, welke in beginsel de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
heeft geen omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om daar in dit geval anders over te oordelen. Weliswaar wordt de geluidsoverlast niet door [geïntimeerden] zelf veroorzaakt, maar - zoals hiervoor overwogen - geldt dat hij daarvoor wel verantwoordelijk is en dat hij het ook in de hand heeft gehad om maatregelen tegen die overlast te nemen. Het hof onderkent dat [geïntimeerden] al heel lang op zijn huidige adres woont en dat dit een verhuizing wel extra ingrijpend zal maken, maar daar staat tegenover dat hij ook al jarenlang de kans heeft gehad om de overlast te stoppen. Voor zover [geïntimeerde1] er nog op heeft gewezen dat hij lijdt aan gezondheidsklachten – hartklachten en diabetes- geldt dat het hof niet is gebleken dat die gezondheidsklachten zodanig ernstig en beperkend zijn dat zij aan een verhuizing in de weg staan.
Omdat het [geïntimeerden] verder aan inzicht lijkt te ontbreken in de overlast die zijn gasten voor zijn naaste buren veroorzaken, acht het hof ook geen perspectief op verbetering aanwezig.
5.12
Het hiervoor bedoelde tegenbewijs acht het hof vooralsnog niet geleverd.
[geïntimeerden] heeft wel een groot aantal verklaringen overgelegd van andere omwonenden, die verklaren dat zij geen (enkele) overlast hebben ondervonden van [geïntimeerden] , maar die verklaringen zijn niet afkomstig van zijn naaste buren. Daarbij merkt het hof op dat waar het met name gaat om geluidsoverlast die wordt veroorzaakt in de woning, het een groot verschil maakt of je de aangrenzende buur bent, of een verderop wonende buurtgenoot. Ook is overgelegd een schriftelijke verklaring van de voorgaande huurder van de woning van [B] , maar die verklaring is (heel) summier. Verder heeft die verklaring ook niet betrekking op de periode waar het in deze zaak over gaat (overlast vanaf 2012).
5.13
Nu [geïntimeerden] het leveren van (tegen)bewijs heeft aangeboden, zal hij daartoe in de gelegenheid worden gesteld.

6.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
laat [geïntimeerden] toe tegenbewijs te leveren tegen de voorshands bewezen stelling van De Alliantie dat [geïntimeerden] vanaf 2012 structureel ernstige geluidsoverlast heeft veroorzaakt;
bepaalt dat, indien [geïntimeerden]
uitsluitendbewijs door bewijsstukken wenst te leveren, hij die stukken op de roldatum 13 november 2018 in het geding dient brengen;
bepaalt dat, indien [geïntimeerden] dat bewijs (ook) door middel van getuigen wenst te leveren, het verhoor van deze getuigen zal geschieden ten overstaan van het hierbij tot raadsheer-commissaris benoemde lid van het hof mr. O.E. Mulder, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden en wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
bepaalt dat [geïntimeerden] het aantal voor te brengen getuigen alsmede de verhinderdagen van
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum
30 oktober 2018, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;
bepaalt dat [geïntimeerden] overeenkomstig artikel 170 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de namen en woonplaatsen van de getuigen tenminste een week voor het verhoor aan de wederpartij en de griffier van het hof dient op te geven;
bepaalt dat indien een partij bij gelegenheid van het getuigenverhoor nog een proceshandeling wenst te verrichten of producties in het geding wenst te brengen, deze partij ervoor dient te zorgen dat het hof en de wederpartij uiterlijk twee weken voor de dag van de zitting een afschrift van de te verrichten proceshandeling of de in het geding te brengen producties hebben ontvangen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. O.E. Mulder, mr. M.E.L. Fikkers en mr. J.A. Gimbrère en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
16 oktober 2018.