Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
De Alliantie,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1]en
[geïntimeerde2],
en gezamenlijk (in mannelijk enkelvoud):
[geïntimeerden],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
grief Iheeft aangevoerd over de door de kantonrechter vastgestelde feiten, zijn de feiten, voor zover in hoger beroep van belang, als volgt.
“Ondanks de buurtbemiddeling tussen mijn buren op nr 45 en ons op dinsdag 25 september 2012, is er qua geluidsoverlast niet heel erg veel veranderd. Tot 11 oktober was het beduidend rustiger (niet geheel stil) maar vanaf die datum is het gedaan met de rustigere perioden. (…)
“Wij wonen al 13 jaar op [a-straat] 44 en al die tijd hebben we overlast van de naaste buren op nummer 45.
“6 . Analyse en beoordeling van de meetresulaten
3.13 Bij brief van de gemachtigde van De Alliantie van 7 november 2016 wordt [geïntimeerden] een gerechtelijke procedure in het vooruitzicht gesteld.
"Op woensdag 5 juli 2017 ben ik door de jongste zoon ( [F] ) van de buren op nummer 45 bedreigd. Ik wil hiervoor bij deze aangifte doen (ik zal dit ook via de officiële weg doen)!
Zij schrijft:
"Donderdag 18 mei 2017 waren de buren op [a-straat] 45 flink bezig met trommels en gilgeluiden. In mijn slaapkamer was het geluid sterker dan in de huiskamer.Plusminus 21.00 uur ging ik naar bed, en merkte dat verschil van sterkteondanks dat er nog een huis tussen zit, laat staan dat je er naast woont
In het mutatierapport van 14 juli 2012 is opgenomen dat geluidshinder om 0.15 uur is geconstateerd bestaande uit huilende kinderen en hard praten.
In het mutatierapport van 15 november 2014 is opgenomen dat vanaf de openbare weg een aantal woningen verwijderd van [a-straat] 45 al leefgeluiden afkomstig uit die woning werden gehoord.
In het mutatierapport van 29 april 2018 is opgenomen dat er een behoorlijke herrie uit de woning kwam, meerdere huilende kinderen en luidsprekende mensen.
heeft aan die vordering ten grondslag gelegd dat [geïntimeerden] vanaf 2012 structureel ernstige geluidsoverlast veroorzaakt voor zijn directe buren. Hij schiet daarmee zodanig tekort in de nakoming van zijn verplichtingen als huurder dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is.
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
grief Iklaagt De Alliantie erover dat de kantonrechter in zijn feitenoverzicht niet heeft vermeld dat [C] al in 2014 heeft geklaagd over overlast.
Het hof heeft dat feit in zijn feitenvaststelling opgenomen.
Overigens wordt opgemerkt dat de rechter niet gehouden is om alle feiten die tussen partijen zijn komen vast te staan te vermelden, maar vrij is in zijn keuze daarin.
grief IIkomt De Alliantie op tegen het oordeel van de kantonrechter dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van het door [geïntimeerden] veroorzaken van geluidsoverlast in een mate die ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De grief beoogt de vraag of daarvan wel sprake is in volle omvang voor te leggen.
Dat [geïntimeerden] niet daadwerkelijk en effectief maatregelen heeft genomen om de door [B] (en [C] en [D] ) ondervonden geluidshinder te beperken, past in de opstelling van [geïntimeerden] dat hij de klachten eigenlijk maar onzin vindt, voortspruitend uit een fixatie en overgevoeligheid voor geluid van [B] .
Die opstelling getuigt er niet van dat [geïntimeerden] de klachten serieus heeft genomen, terwijl dat toch wel het minste was dat van hem verlangd had mogen worden.
Het hof merkt daarbij op dat grote gezelschappen vanzelfsprekend meer (leef)geluid produceren dan kleine gezelschappen. Als naaste buur zal men overlast daarvan incidenteel hebben te accepteren, zeker als die tevoren is aangekondigd. Frequente geluidsoverlast veroorzaakt door grote gezelschappen behoort echter niet tot de leefgeluiden die men in een woonomgeving behoeft te dulden. In beginsel mag van een huurder worden verwacht dat hij de frequentie van de ontvangst van omvangrijke gezelschappen beperkt. Wie toch geregeld omvangrijke gezelschappen in zijn woning ontvangt zal dan tenminste effectieve maatregelen moeten nemen die overlast daarvan voor de naaste buren voorkomt, althans beperkt tot maatschappelijk aanvaardbare proporties. Aan dat besef lijkt het bij [geïntimeerden] te hebben ontbroken. Hij lijkt zich de gevolgen die zijn leefgedrag -de geregelde ontvangst van omvangrijke gezelschappen- voor zijn omwonenden hebben niet, of in ieder geval in onvoldoende mate aangetrokken te hebben.
heeft geen omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om daar in dit geval anders over te oordelen. Weliswaar wordt de geluidsoverlast niet door [geïntimeerden] zelf veroorzaakt, maar - zoals hiervoor overwogen - geldt dat hij daarvoor wel verantwoordelijk is en dat hij het ook in de hand heeft gehad om maatregelen tegen die overlast te nemen. Het hof onderkent dat [geïntimeerden] al heel lang op zijn huidige adres woont en dat dit een verhuizing wel extra ingrijpend zal maken, maar daar staat tegenover dat hij ook al jarenlang de kans heeft gehad om de overlast te stoppen. Voor zover [geïntimeerde1] er nog op heeft gewezen dat hij lijdt aan gezondheidsklachten – hartklachten en diabetes- geldt dat het hof niet is gebleken dat die gezondheidsklachten zodanig ernstig en beperkend zijn dat zij aan een verhuizing in de weg staan.
Omdat het [geïntimeerden] verder aan inzicht lijkt te ontbreken in de overlast die zijn gasten voor zijn naaste buren veroorzaken, acht het hof ook geen perspectief op verbetering aanwezig.
6.De beslissing
uitsluitendbewijs door bewijsstukken wenst te leveren, hij die stukken op de roldatum 13 november 2018 in het geding dient brengen;
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum