Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
4.1 Verlies en winstrekening
(…) € 5.157 € 19.934
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [X] [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 14 juli 2016, betreffende navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2012 en 2013. De Inspecteur van de Belastingdienst had navorderingsaanslagen opgelegd, waarbij ook belastingrente en boetes waren berekend. De rechtbank had het beroep van belanghebbende tegen de navorderingsaanslag voor 2012 gegrond verklaard, maar de navorderingsaanslag voor 2013 gehandhaafd, met een vermindering van de boete.
Belanghebbende, die als fiscaal adviseur werkzaam is, stelde in hoger beroep dat er ten onrechte geen rekening was gehouden met de nog niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek. De Inspecteur voerde in incidenteel hoger beroep aan dat de bewijslast niet was omgekeerd en dat de navorderingsaanslag voor 2013 moest worden vastgesteld op basis van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 19.731.
Het Hof oordeelde dat de navorderingsaanslag voor 2012 moest worden verminderd tot nihil en dat de boete en belastingrente voor dat jaar vernietigd moesten worden. Voor 2013 werd de navorderingsaanslag verminderd, maar de boete werd gehandhaafd. Het Hof concludeerde dat belanghebbende niet de vereiste aangifte had gedaan en dat de Inspecteur de aanslagen op een redelijke wijze had vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, behoudens de beslissingen omtrent griffierecht en proceskosten.